9039
schot in het verkeer met het buitenland gevormd en als ge
volg daarvan ontstond in ons land een toenemende geld-
ruimte. Ook het vertrouwen in eigen kracht keerde weer en
dat vertrouwen was de basis voor het sparen, ook voor het
sparen bij de boerenleenbank.
Was 1952 voor land- en tuinbouw een in het algemeen
gunstig jaar, zulks was in niet mindere mate het geval voor
onze boerenleenbank-organisatie. Konden alle spaarinstel-
lingen in ons land profiteren van de toenemende geldruimte
en van het herstelde vertrouwen in de toekomst van de gul
den, de boerenleenbankorganisaties stonden daarbij in het
eerste gelid. Alle spaarinstellingen in ons land gaven een
belangrijke toeneming van de ingelegde gelden te zien;
deze stijging was echter veruit het grootst bij de sociale
spaarinstelling van het platteland, de boerenleenbank. Be
liepen de aan de Rijkspostspaarbank en Bondsspaarbanken
toevertrouwde spaargelden op het einde van het jaar 1952
tezamen een bedrag van 2,5 milliard, bij de beide boeren
leenbankorganisaties van Utrecht en Eindhoven stond uit een
bedrag aan spaargelden van 1,7 milliard. De stijging van
de ingelegde gelden beliep bij de beide eerstgenoemde
instellingen 73 millioen, bij de beide boerenleenbank
organisaties beliep de stijging een bedrag van 98 mil
lioen. Gedurende de jaren 1948 tot 1952 steeg het aandeel
van de beide boerenleenbankorganisaties in het totaal van
de aan de spaarinstellingen toevertrouwde spaargelden van
37,5 tot 40,4%.
M.d.V. hierbij is een woord van erkentelijkheid op zijn
plaats jegens beheerders en kassiers van de plaatselijke boe
renleenbanken, die tot dit resultaat zoveel hebben bijge
dragen. Indien de boerenleenbank-organisaties vooraan
staan als de sociale spaarinstellingen van het platteland, dan
ken we dat in de eerste plaats aan de paraatheid van deze
werkers, die het dienstbetoon van de boerenleenbank tot
een steeds hogere graad van volmaaktheid weten op te voe
ren. Daarbij mag niet onvermeld blijven, dat uit de gege
vens, die ons ter beschikking staan, blijkt, dat vooral de
boerenleenbanken met het grootst aantal zittingsdagen en
kantooruren en de boerenleenbanken waar inrichting en ad-