9031
was, doch toen niet tot een afsluitende behandeling heeft
geleid.
Over het eerste punt kan ik kort zijn. Het verslag van het
Gemeenschappelijk Bankkantoor is U tegelijk met onze eigen
jaarstukken toegezonden ter kennisneming. Ik vertrouw, dat
deze kennisneming tof Uw tevredenheid zal hebben gestrekt
en U in de overtuiging zal hebben bevestigd, dat deze sa
menwerking van onze Centrale Bank met de Coöperatieve
Centrale Raitfeisen-Bank te Utrecht gunstige resultaten voor
het landbouwcrediet oplevert.
Over het tweede punt moet ik iets uitvoeriger zijn, doch
ik zal het zo kort mogelijk maken. Het vorige jaar heeft op
de agenda gestaan een voorstel van het Bestuur van de Coö
peratieve Landbouwbank Schagen tot bespreking van de be
tekenis van artikel 8 van het Huishoudelijk Reglement der
Centrale Bank. Er was een verschil van mening gerezen tus
sen hef bestuur dier aangesloten boerenleenbank en het be
stuur van de Centrale Bank over de draagwijdte van genoemd
artikel. In een bijlage, die bij de agenda was gevoegd, zijn
de standpunten van beide besturen uiteengezet en het lag
in de bedoeling, dat deze zaak aan het oordeel der Alge
mene Vergadering zou worden onderworpen. Inderdaad
heeft in die vergadering ook een bespreking daarover plaats
gevonden. De afgevaardigde van de bank te Schagen heeft
zijn opvatting in een uitvoerig betoog uiteengezet en onze
directeur Mr v. Campen heeft hef standpunt van het Bestuur
der Centrale Bank verdedigd en daaraan eveneens uitvoerige
beschouwingen gewijd. Tot een oplossing is de zaak echter
niet gekomen. De afgevaardigde van Schagen heeft ten slotte
gezegd, dat hij niet geloofde, dat een vergadering als deze
zich ertoe leent om over een dergelijk probleem diepgaand
te spreken, en dat hij gaarne zou zien, dat over de daarbij
betrokken verschillen van principiële aard een voorafgaand
overleg werd gehouden om daarna over deze belangrijke
punten van gedachten fe kunnen wisselen. De Heer van Cam
pen is op dit denkbeeld ingegaan en heeft voorgesteld deze
aangelegenheid in de najaarscursussen aan een diepgaande
behandeling te onderwerpen. Daarbij is het toen gebleven.