bekende beperkingen gelden. Hiermede is nog eens lot
uitdrukking gebracht, dat dergelijke financieringen eigenlijk
niet tot de taak van de boerenleenbanken behoren. Noch
tans zijn op deze regel twee uitzonderingen mogelijk ge
maakt en wel vooreerst in hef belang van de boerenleen
bank zelf, indien deze onvoldoende rendabiliteitsmogelijk-
heden bezit en nog niet een derde van de ingelegde gelden
zelf heeft uitgezef en voorts in hef belang van waterschap
pen en polders door de bepaling, dat aan deze eventueel
wel leningen op langere termijn kunnen worden verstrekt,
mits de boerenleenbank voldoende ruimte aan financierings
middelen behoudt om ook in de toekomst, met inachtneming
van het bepaalde in artikel 8 van het Huishoudelijk Reglement
van de Centrale Bank, aan de financieringsaanvragen van
land- en tuinbouw te kunnen blijven voldoen.
8985
leningen aan publiekrechtelijke lichamen blijven evenwel de
Hiermede zijn binnen de statutaire grenzen de crediet- en
voorschotverleningsmogelijkheden voor de boerenleenban
ken zo ruim mogelijk getrokken. Practisch geldt alleen nog
de statutaire beperking, dat wil zeggen dat buiten land- en
tuinbouw alleen beleggingsuitzettingen onder hypothecair
verband of andere zakelijke dekking in aanmerking komen.
Dergelijke uitleningen kunnen ook bij niet-leden worden
gedaan, zodat gewaarborgd is, dat door de uitbreiding van
de voorschotverleningsmogelijkheden de boerenleenbanken
niet het gevaar lopen, dat te eniger tijd niet-boeren de over
hand in de boerenleenbank zouden krijgen. Hierop zal men
in de kringen van onze boerenleenbanken steeds bedacht
moeten zijn, teneinde te waarborgen, dat bij de voortgaan
de industrialisatie ten plattelande en bij een stijging ook ten
plaftelande van het burger-element ten opzichte van de boe
ren, de boerenleenbank toch de instelling blijft van boeren
en tuinders.
Bij de ruimere crediet- en voorschofverleningsmogelijk-
heden der boerenleenbanken is het niet gebleven. Ook de
debefrenfe voor crediefen en voorschotten is in het algemeen
lager gesteld en wel in de eerste plaats voor nieuwe aanvra
gen, maar vervolgens ook voor de reeds lopende posten
en wel, wat deze laatste betreft, met ingang van 1 Juli 1953.