9017
Centrale Bank niet gemakkelijk geweest om in deze tot een
bepaald inzicht te komen. Bovendien kan nog worden op
gemerkt, dat in het bijzonder in ons land het organisatie
vraagstuk niet eenvoudig ligt. Wij kennen n.l. het z.g. zuilen
systeem, n.l. de organisatie van werkgevers, werknemers en
zelfstandigen in drie naar levensbeschouwing verschillende
organisaties. Wij kennen als zodanig de katholieke, de chris
telijke en de z.g. neutrale organisaties. Indien het er om gaat
een levende organisatievorm voor onze kassiers tot stand te
brengen, dan zal ook hiermede moeten worden rekening ge
houden. Nu zijn veruit de meesten van de kassiers van de bij
onze Centrale Bank aangesloten boerenleenbanken katholiek.
Niemand zal ons dan ook euvel duiden, dat wij in deze aan
gelegenheid contact hebben gezocht met de Katholieke Ne
derlandse Boeren- en Tuindersbond en met de in deze Boe
renbond samenwerkende gewestelijke organisaties. Dit over
leg heeft het volgende resultaat opgeleverd.
Algemeen was men van gevoelen, dat het vraagstuk van
de organisatie van kassiers, zaakvoerders en agenten, die
plaatselijk werkzaam zijn hetzij voor de boerenbond, voor de
Coöp. Aan- en Verkoopvereniging of voor de boerenleen
bank, dan wel voor een gewestelijke verzekeringsinstelling
of een andere centrale coöperatie, als een afzonderlijk vraag
stuk moet worden bezien. De organisatie van deze min of
meer zelfstandige werkers in het geheel van het boerenorga-
nisatieleven staat los van een eventuele organisatie van bijv.
de werknemers, hetzij arbeiders of beambten, van de centrale
handelsinstellingen of van andere centrale coöperaties of van
de assistenten van plaatselijke coöperaties.
Wat betreft de organisatie van de bedoelde zelfstandige
werkers aan de verschillende economische instellingen, die op
de dorpen in nauw verband met boeren en tuinders werk
zaam zijn en waarover het hier alleen gaat, was men het
spoedig er over eens, dat deze afzonderlijk dienen te wor
den georganiseerd en als groep van zaakvoerders, kassiers
en agenten als één geheel moeten worden bezien. Moet nu
voor deze groep, indien zij zich gaan organiseren, aanslui
ting worden gezocht bij de organisatie van arbeiders, bij de
organisatie van werknemende middenstanders dan wel bij de
boerenorganisatie? Het resultaat van het overleg is geweest,
dat men algemeen van gevoelen was, dat organisatie van