9003
slaat op het terrein van de omschrijving van een algemeen
heid van zaken b.v. van de dode en/of de levende have.
Bij deze regeling zal dan tevens de kwestie van de zaaks
vervanging en van de latere toevoegingen op een practische
wijze kunnen worden opgelost en speciaal ook verpanding
van de oogst te velde mogelijk kunnen worden gemaakt.
Ons grootste bezwaar tegen de zekerheidseigendom is
dat bij verkoop door de schuldenaar aan de schuldeiser diens
zekerheid kan worden ontnomen, hetgeen door de invoering
van bezitloos pandrecht zonde;- meer niet kan worden voor
komen.
In dit verband rijst de vraag ot de registers waarin de
akte houdende de vestiging van het bezitloos pandrecht
moet worden ingeschreven, teneinde een vaststaande dagte
kening te verkrijgen, openbaar moeten zijn. Wij zijn van
mening dat zulks inderdaad het geval dient te zijn, doch het
is niet staande te houden, dat iedere koper van bedrijfsgoe
deren daarom ook verplicht moet worden om alvorens tot
aankoop over te gaan, het register te raadplegen wil hij een
beroep kunnen doen op goede trouw. Dit immers zou een te
grote belemmering voor het rechtsverkeer van roerend goed
met zich brengen. Het is derhalve naar onze mening niet mo
gelijk altijd de eis te stellen, dat de goede trouw alleen aan
wezig is, indien de verkrijger kan bewijzen, dat hij vóór de
verkrijging het register heeft geraadpleegd. Van de aard
van de transactie zal hef naar onze mening moeten afhangen
of van de verkrijger geëist had kunnen worden dat hij vooraf
het register zou moeten hebben geraadpleegd.
Een en ander betekent echter dat een absoluut afdoende
bescherming van de schuldeisers niet kan worden verkregen,
hetgeen op zijn beurt weer hierop zal neerkomen dat ook het
bezitloos pandrecht voor de schuldeisers geen volwaardige
zekerheid zal kunnen opleveren. Naast het bezitloos pand
recht zal derhalve in de meeste gevallen een bijkomende
zekerheid moeten worden geëist, terwijl bij de eerste de
beste wanbetaling de schuldeiser tot executie zal moeten
kunnen overgaan om de mogelijkheid van verduistering te
voorkomen.