8996
schuldeiser zal er derhalve naar streven een speciale zeker
heid te verkrijgen, waardoor hij in een bevoorrechte positie
komt tegenover de andere schuldeisers en welke zekerheid
door de schuldenaar niet kan worden teniet gedaan.
Zodanige zekerheden zijn het recht van hypotheek en het
pandrecht op effecten of andere roerende goederen dan wel
op vorderingen (men zie daarover nader de Maandelijkse
Mededelingen van Juli 1950 no. 366 pagina 7704 e.v.). Met
betrekking tot het pandrecht op roerend goed zij opgemerkt,
dat dit wettelijk alleen bestaanbaar is, indien het goed het
welk in pand wordt gegeven ter hand wordt gesteld hetzij
aan de schuldeiser zelf hetzij aan een derde. Het goed moet
dus aan de macht van de pandgever worden onttrokken.
Deze terhandstelling ontmoet geen bezwaren indien het gaat
om effecten. Het feit, dat bij pandrecht op vorderingen naast
de wettelijke eis van kennisgeving aan de schuldenaren de
zer vorderingen door de practijk ook nog de eis wordt ge
steld van overgave van de betrokken acten en verdere be
scheiden levert geen moeilijkheden. Indien echter een geld-
nemer b.v. een pachter, weinig meer bezit dan zijn bedrijfs
middelen, zijn veestapel, zijn dode bedrijfsinventaris, kan
het pandrecht niet dienen, terwijl de oogst te velde als zijnde
onroerend tot op het moment der vruchtfrekking zelfs niet
eens voor verpanding vatbaar is. De geldnemer kan immers
zijn bedrijfsmiddelen niet uit handen geven omdat hij deze
voor de exploitatie van zijn bedrijf niet kan missen. De prac
tijk heeft nu een oplossing gezocht en gevonden in de eigen
domsoverdracht tot zekerheid, welke door de Rechtspraak
als geldig is erkend. De geldnemer draagt tot zekerheid zijn
bedrijfsmiddelen in eigendom over aan zijn schuldeiser. Om
deze overdracht te effectueren is levering nodig, welke leve
ring kan geschieden doordat de geldnemer het overgedra-
gene in bezit neemt in naam van de geldgever, die op zijn
beurt de goederen in bruikleen of onder enige andere titel
afstaat aan de geldnemer.
Voor de totstandkoming van de zekerheidsoverdracht is
in beginsel geen schriftelijk stuk vereist doch het is vanzelf
sprekend dat er van de zekerheidsoverdracht, teneinde het
bewijs daarvan te vergemakkelijken altoos een akte wordt