8993
RECHT EN WET.
Zekerheidseigendom en bezitloos pandrecht.
Hei Nederlandse Burgerlijk Wetboek is van kracht sinds
1 October 1838. Het ligt derhalve voor de hand dat het ver
ouderd is, ook al zijn in de loop der jaren diverse wijzigin
gen aangebracht, waaraan de praktijk behoefte bleek te heb
ben. Voorts hebben verschillende onderwerpen van burger
lijk recht b.v. de uitbouw van het verenigingsrecht, een rege
ling gevonden in afzonderlijke wetten, hetgeen de overzich
telijkheid van het in Nederland geldende civiele recht nu
juist niet heeft bevorderd. Tenslotte heeft de rechtspraak de
tekst van het Burgerlijk Wetboek dikwijls zo weten uit te
leggen, dat daardoor bij gelijkblijvende woorden toch een
andere wetsinterpretatie is ontstaan, welke meer aan de hui
dige eisen van het maatschappelijk verkeer is aangepast.
Een en ander is voor de Regering aanleiding geweest om
aan Professor Mr E. M. Meijers opdracht te geven een ge
heel nieuw burgerlijk wetboek te ontwerpen.
De Regering en Prof. Meijers hebben het gewenst geacht,
dat er over de algemene opzet overleg met de Staten-Gene-
raal plaats vindt voordat de definitieve tekst voor het nieuw
wetboek aan de Staten-Generaal ter goedkeuring wordt
voorgelegd. Dit overleg geschiedt aan de hand van door
Prof. Meijers, in samenwerking met de Minister van Justitie
opgestelde, aan de Tweede Kamer ter beantwoording voor
te leggen vraagpunten.
Een van de vraagpunten, welke reeds aan de Tweede Ka
mer zijn voorgelegd, betreft een voor het landbouwcrediet
zeer belangrijke kwestie t.w. de eigendomsoverdracht tot
zekerheid. Aan de Tweede Kamer n.l. is verzocht haar oor
deel uit te spreken over de vraag of de eigendomsoverdracht
tot zekerheid behouden moet blijven of dat daarvoor in de
plaats moet komen een register-pand op bedrijfs- en be
roepsgoederen, zonder terhandstelling te vestigen door in
schrijving in een register.