Het opmaken van de kas:
8967
den als een blijk van voorzichtig en juist kasbeheer. Veron
derstel, dat men een kasverschil constateert en een cliënt is
even alleen bij een open brandkast geweest, wat ontstaat
er dan niet gauw een onuitgesproken verdenking!
In de practijk levert het nog wel eens moeilijkheden op,
indien het geld steeds in de brandkast moet worden opge
borgen. Een groot aantal kassiers heett daarom een bureau
lade gereserveerd voor het bewaren van het geld tijdens de
zittingen. Dit is in ieder geval beter dan het geld, al of niet
in de geldtas, op het bureau of op de tafel fe laten liggen.
Het gebruik van een kassierskap, (dat is een stalen half
cirkelvormige kap, die op de wijze van een cylinderbureau
kan sluiten), neemt meer en meer toe. Indien men een der
gelijke kassierskap gebruikt, kan men het geld op de tafel
laten liggen en indien men zich even van de tafel verwijdert,
deze kap sluiten, zodat de zich daaronder bevindende waar
den betrekkelijk veilig opgeborgen zijn. Het is vanzelfspre
kend een nadeel, dat ook tijdens andere werkzaamheden dit
obstakel zich op bureau of tafel bevindt, doch dit is een
kwestie van hef afwegen der voor- en nadelen.
Het opbergen van het kasgeld:
Een systemafische opberging van de biljetten draagt veel
bij tot het verkrijgen van een beter overzicht. Het gebruik
van een geldtas begint langzamerhand algemeen te worden.
Hierdoor worden de coupures soort bij soort bewaard, doch
het aantal der aanwezige coupures kan eerst na telling wor
den vastgesteld. Het is dan ook een goed systeem om van
alle Bank- en Muntbiljetten bundeltjes van 20 stuks te maken
en deze door middel van een bandje of anderszins bijeen te
houden. Het opmaken van de kas geschiedt dan veel vlugger
en ook bij de uitbetalingen behoeven in dit geval de „volle"
bundeltjes slechts éénmaal geteld te worden.
Herhaaldelijk werd er op gewezen, dat het noodzakelijk is
om na iedere zitting de kas op te maken. Indien er namelijk
een fout gemaakt wordt, is deze gelokaliseerd. Ook voor een
coupure-controle is het gewenst, dat aan hef einde van iedere
zitting het aantal van iedere grootte aan Bank- of Muntbil
jetten wordt vastgelegd.