8965
4. De verpachter heeft het pachtobject op of na 17 Januari
1953 door koop verkregen. Aan de pachter wordt door
hef verlies van hef gepachfe nief de grondslag van zijn
maatschappelijk bestaan ontnomen. De verpachter is een
bloed- of aanverwant in de rechte nederdalende linie van
de vorige verpachter. Artikel 30a geldt niet. De Pachtka-
mer is verplicht het verzoek af te wijzen. Zou de ver
pachter geen bloed- of aanverwant in de rechte neder
dalende linie van de vorige verpachter zijn, dan zou in
dit geval de Pachtkamer bevoegd zijn om de pachtover
eenkomst ook tot 31 October 1957 te verlengen. Ver
plicht is de Pachtkamer hiertoe echter niet.
BOERENLEENBANK-PRAKTIJK.
Enige pracfische opmerkingen inzake het geldverkeer
en geldbeheer bij de Boerenleenbank.
Alhoewel hierin reeds een enorme verbetering valt te be
speuren, komt het nog wel eens voor, dat er in de kas van
een boerenleenbank een verschil ontstaat. Of dit nu een
kasoverschot of -tekort betekent, het maakt weinig verschil.
In het eerste geval is een cliënt tekort gedaan en in het an
dere geval heeft de kassier zichzelf benadeeld. Het is dan
ook zaak om dergelijke verschillen te voorkomen en door
het besteden van wat meer zorg kunnen verschillen voorko
men worden. Bij de overgrote meerderheid van de kassiers
is, zolang zij in functie zijn, nog nimmer een kasverschil ont
staan. Waar verschillen ontstaan, en hier spreken wij in het
algemeen, mankeert ook meestal wel wat aan de admini
stratie.
Welke maatregelen kan men treffen teneinde kasverschillen
te voorkomen?
Geldstortingen, disposities of geld wisselen:
Bij stortingen dient men de cliënt te vragen hoeveel hij
komt storten en zo mogelijk een briefje verzoeken, waarop
de specificatie der storting voorkomt. Bij accoordbevinding