8953 regelen, waarvan de strekking is uitzettingen door boeren leenbanken buiten de landbouw te remmen, zijn naar het ons voorkomt in het bijzonder dan gerechtvaardigd, indien overigens de boerenleenbanken tot een zo ruim mogelijke taakvervulling ten bate van land- en tuinbouw in staat wor den gesteld. Nu is het van belang om in dit licht de positie na te gaan van de N.V. Boeren-Hypotheekbank, indien de uitzettingsmogelijkheden bij de boerenleenbanken zouden worden verruimd, zoals hiervoor werd voorgesteld. Niet ten onrechte zou kunnen worden opgemerkt dat de boerenleen banken nu als nog heviger concurrenten van de N.V. Boe ren-Hypotheekbank gaan optreden. Zij zouden dan immers eveneens een werkzaamheid verkrijgen op het gebied van langjarige hypotheken, welk werkterrein tot nu toe de spe cialiteit en het monopolie was van de N.V. Boeren-Hypo theekbank. We verwachten echter, dat de N.V. Boeren-Hy potheekbank niet veel van een dergelijke concurrentie zou bemerken. Vooreerst behoudt de N.V. Boeren-Hypotheek bank de specialiteit van onopzegbare hypotheken. We moe ten echter toegeven, gelijk reeds hiervoor is gedaan, dat dit voordeel vandaag de dag bij een hypotheekrente van 4H°/o, zoals door de N.V. Boeren-Hypotheekbank wordt gevraagd, niet erg spreekt. Van meer gewicht schijnt ons daarom, dat het bij de opzegbare langjarige hypotheken gaat om een doodgewone beleggingshypotheek, waarmede de boeren leenbanken vooral in concurrentie komen met particuliere geldgevers. Ook deze plegen immers, voor zover zij nog op de hypotheekmarkt komen, hypothecaire geldleningen aan te bieden met een opzeggingstermijn van 3 maanden en overigens met een betrekkelijk geringe jaarlijkse atlossing. Zulks geldt eveneens in verhouding tot andere institutionele beleggers, die doorgaans hypothecaire leningen aanbieden, z.g. voor 5 jaar vast, eveneens met een geringe jaarlijkse aflossing. Wij menen te mogen zeggen, dat degenen, die om een opzegbare langjarige hypotheek komen, vooral op de iets lagere rente uit zullen zijn. In zo verre wordt derhalve het doel van de vragensteller ter Algemene Vergadering be reikt, dat n.l. de boerenleenbankorganisatie als zodanig, zij het niet de N.V. Boeren-Hypotheekbank, tot een scherpere concurrentie op de hypotheekmarkt in staat wordt gesteld.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 21