8924 concurrentie komen, met de gevariëerde mogelijkheden van het levensverzekeringsbedrijf. Hij brengt nog enkele conse quenties naar voren, die zeker overwogen dienen te wor den, n.l.: 1. De deelnemende spaarbanken zullen zich genoodzaakt zien ongezonde spaarders voor dit systeem af te wijzen; 2. Moeilijkheden die kunnen ontstaan bij tussentijdse be ëindiging, vooral daar gedurende de eerste 2 jaar een geringere terugbetaling volgt dan de gestorte bedragen belopen 3. Beslissingen van de Levensverzekeringsmaatschappij kun nen buiten de betreffende Spaarbank om worden geno men. Schrijver beschouwt deze combinatie slechts als een franje, die voor het oog van de niet ter zake kundige spaarder, het spaarcontract annex levensverzekering mooier doet schijnen, dan de feitelijke omstandigheden veroorloven. Welke leeftijdsgroepen zouden in het algemeen voor deze contracfspaarvorm in aanmerking komen? Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden, doch men kan globaal stellen tussen 25 en 44 jaar. Het overlijdensrisico van derge lijke personen, die gezond zijn bij de afsluiting van hef con tract, is gering. Van de 1.000 contractanten zouden er in die 20-jarige periode gemiddeld 52 sterven. Gesteld mag wor den, dat er in iedere 5-jarige periode 13 per 1.000 overlij den, waarvoor gemiddeld 300,door de verzekering zou moeten worden uitgekeerd. Dit maakt uit een bedrag van 3.900,Deze 1.000 contractanten derven echter een rente, welke gelijk is aan hef verschil tussen de ingevolge het contract te vergoeden rente van 2% en de normaal geldende deposito-rente ad 2/4%. Dat is gedurende de looptijd van 1.000 contracten, gedurende 5 jaar 12.130,Op iedere 1.000 contracten wordt volgens deze berekening gemiddeld 8.230,ingehouden voor onkosten, winst levensverzeke ringmaatschappij, e.d. Dat is 8,23 per contract. De nadelen, die voor de contract-spaarder ontstaan bij tussentijdse beëin diging van het contract willen wij dan nog buiten beschou wing laten. Onze organisatie heeft haar spaarders goeddeels in land-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 36