8907 dit licht bezien is het zeer gunstig, dat grote bedragen in het Rampenfonds zijn en nog worden gestort, omdat die gelden op deze wijze aan de circulatie worden onttrokken. Waarschijnlijk zal het herstel der schade worden gefinan cierd via een combinatie van verschilende mogelijkheden, n.l.: aanwending van de gelden van het Rampenfonds; gebruikmaking van een gedeelte van de gelden op de tegenwaarde-rekening; opbrengst van een uit te schrijven nationale lening; aanwending van een deel van de gelden, nu uitgetrok ken voor werkloosheidsbestrijding, voor herstel der scha de aan dijken, wegen, enz.; eventueel beperking van plannen tot belasting-verla ging, welke zouden zijn toegepast, wanneer er geen wa tersnood was geweest; het gebruik maken van een eventuele hulp van Ameri kaanse zijde. Welke combinatie gekozen zal worden, zal van tal van omstandigheden afhankelijk zijn, zoals de stand van de con junctuur (welvaarts-ontwikkeling), onze monetaire positie, de vooruitzichten m.b.t. een staatslening, het al of niet beschik baar komen van buitenlandse hulp, de omvang van deze (eventuele) hulp, enz. GELD EH KAPITAALMARKT. Ons maandelijks artikel over de gang van zaken op de obligatiemarkt kan dit keer wel zeer kort zijn. Zoals was te verwachten is de emissieactiviteit, die 1952 zo duidelijk kenmerkte, geheel tot stilstand gekomen. De omzetten in de leningen, die vorig jaar werden uitgegeven, zijn wel zeer klein, waaruit temeer blijkt, dat de meeste stuk ken in zeer korte tijd terecht kwamen bij de belangstellen den, die kochten voor eigen belegging. De koersen blijven stijgen. De 4j4%>-gemeenteleningen van vorig jaar (gemiddelde looptijd 20 jaar) doen thans 104 a 105°/o. De vijf 4%-gemeenteleningen (Alkmaar, Enschede, 's-Gravenhage, Leiden en Tilburg), welke door de geldgever

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 19