8904 liezen in de veehouderijsector maken melding van verdrin king van ongeveer 25.000 stuks rundvee, 1500 paarden, 15 a 20.000 varkens en 2.500 schapen. Nu het reddingswerk en de evacuatie zijn voltooid, is het zaak verdere schade te voorkomen en de geleden schade zo spoedig mogelijk te herstellen. In de meeste gebieden is hiermede reeds een aanvang gemaakt. Zo worden de dij ken zo snel mogelijk hersteld en zo nodig verstevigd mede met het oog op de mogelijkheid van een nieuwe aan val van de zee en worden verschillende polders weer drooggemalen. Deze ramp heeft ons land voor een aantal ernstige problemen gesteld, welke om een oplossing op korte termijn vragen, zoals: welke maatregelen moeten getroffen worden om te voor komen, dat vroeg of laat ons land opnieuw door een watersnood getroffen wordt? Biedt de afsluiting van de zee-armen in het Zuid-Westen hiervoor de gewenste oplossing? op welke wijze kan de organisatie van de waarschu wingsdienst, de hulpverlening, het onderhoud van dijken en het waterschapswezen verbeterd worden? in hoeverre en op welke wijze kunnen (moeten) de ge troffenen schadeloos gesteld worden voor de geleden materiële schade? Hoe kan de schade-afwikkeling het best geregeld wor den? De Regering heeft reeds medegedeeld, dat de Centrale Overheid de financiële verantwoordelijkheid van het herstel van de dijken op zich moet nemen en dat spoedig een ont- werp-noodwet hiervoor bij de Staten-Generaal zal worden ingediend. Wat de vergoeding van de geleden materiële schade van particulieren betreft heeft de Regering nog geen concrete uitspraak gedaan, doch wel heeft zij als haar op vatting naar voren gebracht, dat een redelijke schadevergoe ding gegeven zal moeten worden. Meerdere Kamerleden hebben bij de behandeling van de regeringsnota over de watersnood in de Tweede Kamer gepleit voor een snelle en royale, zo mogelijk algehele schadevergoeding. Zonder een ruime vergoeding der schade zouden de geteisterde gebie den, waarvan een groot deel ook reeds in 1944-45 zwaar ge-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 16