8902
Omzetten van de boerenleenbanken, aangesloten bij de
Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven.
Korf samenvaftend kan worden gezegd, dat ook onze land-
bouwcredietorganisatie in sterke mate de invloed heeft on
dergaan van de toenemende geldruimte, die zich in het jaar
1952 openbaarde.
Spaargelden
1950
1951
1952
Inlagen
241.071.000,—
251.003.600,—
274.659.000,—
Terugbetalingen
236.732.400,—
241.377.400,—
249.369.500,—
Lopende rekeningen
Crediteringen
662.584.800,—
835.033.600,—
972.334.700,—
Debiteringen
668.808.800,—
829.375.100,—
950.301.000,—
Voorschotten
Aflossingen
8.200.200,—
11.623.800,
13.795.400,—
Verstrekkingen
30.733.000,—
44.106.600,
35.264.300,—
Stand per
31 Dec. 1950
31 Dec. 1951
31 Dec. 1952
Spaargelden
526.609.900,—
536.236.100,—
561.525.600,—
Creditsaldi lop. rek.
57.782.800,—
67.910.000,—
82.816.000,—
Debetsaldi lop. rek.
40.797.000,—
45.266.700,—
38.858.800,—
Voorschotten
69.951.100,—
102.433.900,—
123.902.900,—
In overeenstemming met het beeld van toenemende geld
ruimte, dat de gecombineerde balans van de boerenleenban
ken vertoont, zijn ook de door de boerenleenbanken bij de
Centrale Bank gestorte bedragen gestegen. De boerenleen
banken hebben niet alleen kans gezien haar eigen uitzettin
gen in de vorm van crediet in lopende rekening en voor
schotten, die een stijging vertonen van 15 millioen, als
mede de effectenbelegging, die met 5 millioen toenam,
zelf te financieren, ook de tegoeden der boerenleenbanken
bij de Centrale Bank namen niet onbeduidend toe; zij stegen
(inclusief rente) van 435,2 millioen tot 466 millioen.
De slotsom mag zijn, dat in 't algemeen land- en tuinbouw
alsmede de landbouwcredietorganisatie op een gunstig jaar
1952 mogen terugzien. Wij hebben evenwel niet de overtui
ging, dat de lijn van 1952 zich ook in volgende jaren zal
voortzetten.