8901
HET JAAR 1952 IN CIJFERS.
Het jaar 1952 werd o.m. gekenmerkt door het in werking
treden van de Wet Toezicht Credietwezen op 16 Mei. Hier
aan ging vooraf de opschorting van de daadwerkelijke plicht
tot opname van overschrijdingscredieten (1 April) ingevolge
de z.g. credietbeperkingsmaatregelen, die in de Wet Toe
zicht Credietwezen haar definitieve rechtsgrond nog moesten
vinden. Deze opschorting, mogelijk gemaakt door de gun
stiger geworden financiële positie van ons land, betekende
een aanzienlijke verlichting van lasten met name voor het
landbouwcredietwezen. De ontwikkeling van de debetsaldi,
welke reeds voor 1 April zeer rustig verliep, vertoonde ook
na genoemde datum geen onrustbarende groei: in de latere
maanden van het jaar viel zelfs een lichte daling te consta
teren, waardoor de stijging in de voorafgaande maanden
weer geheel werd tenietgedaan: per 31 December 1952 be
droeg hef totaal dezer uitstaande debetsaldi (debetsaldi van
credieten in lopende rekening en van borgtocht-voorschot-
ten) slechts 2,8% meer dan het overeenkomstige saldo per
31 December 1950.
Een aanzienlijke stijging vertoonde daarentegen de voor
schotverlening tegen hypothecaire zekerheid: zij beliep per
31 December 1952 191,6% van het overeenkomstige totaal
per 31 December 1950 (31 December 1951 157,6%).
Het totaal der aan onze banken toevertrouwde middelen
nam in 1952 toe met een bedrag van 53,1 millioen, het
geen voor een bedrag van 36,9 millioen het gevolg is van
toeneming der aan onze locale banken toevertrouwde spaar
gelden.
Bevredigend tenslotte is de ontwikkeling van het verkeer
op lopende rekeningen: stelt men de omzet over het jaar
1950 op 100%, dan bedroeg zij in 1951 125% en in het ver
slagjaar 144,4%. Dit giroverkeer wordt aanzienlijk bevorderd
doordat meer en meer organisaties en instellingen in de land
bouw hun overboekingen via de boerenleenbanken laten
verrichten, terwijl ook de automatische af- en overschrijving
van steeds grotere betekenis wordt.