8899
werd daaraan de toezegging verbonden, dat op passende
wijze in de nationale hulpacties ten behoeve van de slacht
offers van de watersnood zou worden bijgedragen en dat ook
de aangesloten instellingen zouden worden opgewekt, om
naar vermogen daaraan mee te doen. Wij houden ons over
tuigd de folk te zijn van onze gehele landbouwcredietorga-
nisatie en in het bijzonder van het getroffen deel daarvan,
indien wij op deze plaats onze buitenlandse vrienden harte
lijk dank zeggen voor hun medeleven in onze nationale
ramp.
Tenslotte zal nog interesseren te vernemen, in hoeverre
onze organisatie middels voorschot- en credietverlening be
trokken is bij de overstromingsramp. Daarnaar is een onder
zoek ingesteld en is gebleken, dat de hiervoor genoemde
30 boerenleenbanken, die in de overstroomde gebieden zijn
gelegen, per 31 December 1952 gezamenlijk hadden uitstaan
aan voorschotten een bedrag van ruim 4 millioen en aan
debet-saldi in lopende rekening een bedrag van 2,6 mil
lioen. Aan deze boerenleenbanken zijn in totaal toever
trouwd 39,3 millioen, terwijl de vrije reserves van deze
boerenleenbanken in totaal 1,3 millioen belopen. De
N.V. Boeren-Hypofheekbank heeft voor een bedrag van
200.000,leningen uitstaan in hef overstroomde gebied.
Nu moet wat de uitgezette bedragen betreft wel in aanmer
king worden genomen, dat geenszins is gezegd, dat alle
daarin begrepen bedragen betrekking hebben op bescha
digde bedrijven. En wat betreft de uitleningen aan boeren
en tuinders, die schade hebben geleden, behoeft nog geens
zins te worden aangenomen, dat de desbetreffende leningen
verlies zullen opleveren. Ten deze mag worden vertrouwd
op het snelle herstel van gronden en gebouwen, dat wordt
beoogd, op de werkkracht en kundigheid van boeren en
tuinders zelf en tenJotte en niet in de laatste plaats op de
schadevergoeding van overheidswege en van het Rampen
fonds, die, naar wij vertrouwen ruim en royaal zullen worden
toegekend. Daarbij verwachten wij niet alleen een vergoe
ding in de goederenschade, maar ook vergoeding voor
doorlopende vaste lasten, voor zover daartegenover geen
opbrengsten zouden staan, omdat nog niet of nog niet vol
doende zou kunnen worden geoogst. Ten deze mogen wij