8839
nisatie en daarmede van de boeren- en tuinderstand ter harte
gaat, zal zich in verband hiermede dienen af te vragen, of
de reservevorming bij de organisatie gelijke tred heeft ge
houden met de toeneming der uitstaande credieten en voor
schotten. Die vraag moeten wij vooralsnog ontkennend be
antwoorden, hoe zeer elk van de na-oorlogse jaren een niet
onbelangrijk steentje heeft bijgedragen tot de versterking
van de financiële positie van de organisatie. Maar wij zijn
nog niet waar wij wezen moeten, hoezeer wij tevreden mo
gen zijn over hetgeen werd bereikt. Een verantwoord beleid
vraagt nu en in de toekomst, dat we bij zo gunstig mogelijke
rentetarieven voor de cliënten de versterking van de eigen
financiële posifie niet voorbijzien. Wij houden ons ervan
overtuigd, dat wij in het spaarwezen van ons land met
spaarrentetarieven bij de boerenleenbanken, die variëren
van 2,40 tot 2,64% voor dadelijk opvraagbare spaargelden
en met spaarrente-tarieven voor jaardeposito's, die variëren
van 2,75tot 3% gunstig voor de dag komen.
Vergelijken wij hiermede b.v. eens het levensverzekerings
bedrijf, daf werkende met niet opvraagbaar spaargeld, hei-
welk derhalve op langere termijn kan worden uitgezet en
dus een hoger rendement oplevert, daarover in feite een
rente vergoedt, die in de uit te keren lijfrenten en kapitaals
bedragen is verrekend, welke varieerf van 2y2 tot 3%.
Eveneens houden wij ons overtuigd dat wij met een stelsel
van debetrentetarieven voor financieringen in land- en tuin
bouw, die voorshands voor 1953 variëren van 4 tot 4j4%
en die bij uitzondering nog 4^% noteren, aan de voorde
lige kant zijn. Werkende met gemelde rentepercentages en
daarbij de reservevorming in de eigen landbouwcredietorga-
nisatie niet vergetende, kunnen wij de toets van de critiek
ongetwijfeld doorstaan. Wie nog hogere spaarrentetarieven
vraagt of nog lagere debetrentetarieven eist, hij vraagt het
onderste uit de kan en krijgt daarmede het lid op de neus,
want in onze conjunctuurgevoelige Nederlandse land- en
tuinbouw zou geen grotere ramp kunnen geschieden, dan
wanneer in crisisstormen zou blijken, daf hef schip van de
leenbankorganisatie niet aan de hoogste eisen van soliditeit
zou voldoen.
Moge daarom, met de bijstand van de Gever van alle