8889 immers worden gelet, juist in verband met gedane uitlenin gen buiten de landbouw. We vertrouwen, dat deze uiteenzettingen kunnen bijdragen tot opheffing van enig misverstand, dat naar onze smaak in de beschouwing van de kassjer van Houthem en van de kas sier-redacteur tot uitdrukking komt. En daarom nam de Cen trale Bank in deze de vrijheid van het laatste woord. CIRCULAIRE No. 492 dd. 21 NOVEMBER 1952 1/m CIRCU LAIRE No. 510 dd. 19 JANUARI 1953. Achtereenvolgens wordt behandeld: in circulaire no. 492 (Diversen) dd. 21-11-'52: de intrek king van zinken centen alsmede van de bankbiljetten van 25,model 1945; in circulaire no. 493 (Maandstaten) dd. 25-11-'52: de in zending van de maandstaat ingevolge Algemene Vergun ning no. 40D per 30 November 1952; in circulaire no. 494 (Effecten) dd. 3-12-'52: de saldobii- jetten van effecten en andere waardepapieren, welke bij onze Centrale Bank in bewaring berusten en hef tarief van hef bewaarloon; in circulaire no. 495 (Diversen) dd. 10-12-'52: richtlijnen t.a.v. overlopende posten, geldaanvragen etc. bij het einde van het jaar; in circulaire no. 496 (Diversen) dd. 11-12-'52: de kapitaals uitbreiding van de C.C.B. en de aanbieding van bewijzen van deelneming aan de aangesloten boerenleenbanken tot een maximum van zeven stuks; in circulaire no. 497 (Rente) dd. 11-12-'52: de voor 1953 bij onze Centrale Bank en boerenleenbanken geldende rentetarieven;

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 59