8885
En wij mogen dit openhartig woord besluiten met onze
dank uit te spreken aan de C.C.B., die ons gelegenheid gaf
dit delicate onderwerp voor het voetlicht te brengen.
KASSIER-REDACTEUR.
P.S. van de Centrale Bank.
Gaarne hebben wij de kassier-redacteur in de gelegenheid
gesteld om de openhartige brief van Houthem te behande
len. Ook in de toekomst zullen wij dat gaarne blijven doen.
Daarbij moeten wij evenwel verwachten, dat het vertrouwen,
dat onderzijds wordt gesteld, ook aan ons wordt gegeven.
Wij moeten derhalve daarbij aan beide zijden ervan over
tuigd kunnen zijn, dat ieder zoveel mogelijk er naar streeft
het algemeen belang van de boerenleenbankorganisatie te
dienen, ook indien het gaat over maatregelen die niet aan
stonds goed begrepen worden of die voor de een iets voor
deliger worden dan voor de ander.
Nu wat de zaak zelf betreft: de uitschakeling van de hypo
thecaire beleggingsuitzettingen buiten de landbouw uit de
maatstaf voor de kassier-salarissen. Laten wij maar aanstonds
beginnen met de opmerking, dat het ons voorkomt, dat de
pijn vooral daarin zit, dat deze uitzettingen eerst wel in de
maatstaf begrepen waren en daarna eruit zijn gelicht. Dit is
niet geschied door de Centrale Bank, doch, zij het in volle
dige overeenstemming mef de Centrale Bank, door de des
betreffende advies-commissie, samengesteld uit beheerders
en kassiers van boerenleenbanken. Daarbij is de commissie
heus niet lichtvaardig fe werk gegaan: zij heeft niet alleen de
hypothecaire beleggingsuitzettingen buiten de landbouw uit
de kassiersmaatstaf gelicht, zodat daarvoor niet langer J4°/°
als vergoedingselement is opgenomen, doch tegelijkertijd de
vergoeding over de aangetrokken credit-gelden verhoogd
en wel van tot 1°/00, welke vergoeding tot 13^2 °/oo kan
stijgen, indien de vergoeding over toevertrouwde gelden en
uitleningen tezamen deze 1 Yi °/00 niet bereikt.
Nu valt al aanstonds op te merken, dat het niet juist is,
dat de uitleningen buiten de landbouw in het geheel niet