8884
Had de C.C.B. verschillende argumenten, wij hadden ze
ook en het zal U begrijpelijk voorkomen, collega's, dat wij
de ónze beter onthouden hebben dan die van de C.C.B.
Wij menen dat, als een boerenleenbank nu eenmaal een
gemengde clientèle heeft, om welke reden ook, en dit is
historisch zo gegroeid en er is geen bezwaar tegen gemaakt
en de bank profiteert hiervan, de kassier niet als enige bui
ten hef kringetje moet worden gezet. Er zijn andere wegen
om het geven van crediet buiten de landbouw tegen te gaan.
De commissie heeft hierin een daad van organisatorisch be
leid gesteld, die met het vaststellen van een salarismaatstaf
niets te maken had. Een salarismaatstaf geeft een vergoeding
over prestaties en cijfers, voor de ene kassier even goed als
voor de andere, of de cliënten nu overwegend boeren zijn
of andersom. De rentabiliteit der bank komt hierbij niet in het
geding; als deze verstoord dreigt te worden dan kan een
maatregel worden getroffen die alle kassiers gelijkelijk treft.
Resumerende komen wij dus tof de conclusie, dat de com
missie de ene kassier bevoordeeld heeft boven de andere,
omdat als graadmeter niet is aangenomen de prestatie van
de kassier naar diens omzetcijfers, hetgeen min of meer op
voor iedereen gelijke arbeid neerkomt, doch de plaatselijke
omstandigheden van elke bank, welke hemelsbreed verschil
len. Een falen dat moet worden betreurd, doch ook hersteld.
Uit welwillend te onzer beschikking gestelde totaalcijfers
bleek ons dat het gemiddelde salaris der kassiers in 1952
ongeveer 500,hoger lag dan in 1951. Er is stellig geen
reden om te klagen over de salariëring in het algemeen. Maar
er is reden om aan te nemen dat na het vervallen van de be
kende overgangsbepaling, verschillende kassiers, ondanks
meer prestatie, minder vergoeding zullen genieten dan waar
op zij volgens de vorige maatstaf recht hadden. Dit kan toch
niet de bedoeling geweest zijn van de commissie, die, als
goed democrate, de minderheden behoorde te beschermen.
Tenslotte dit, er zijn natuurlijk kassiers die met de helft
van het aantal handelingen dezelfde totaalcijfers bereiken
als een ander. En er zijn andere feilen aan te wijzen in het
maatstafsysteem. Dat de taak van een commissie geen sine
cure is, laat zich verstaan.