8883 bouw en daarom de uitleningen buiten de landbouw afrem men. Dat gaat niet op voor b.v. onze bank, die de laatste jaren geregeld plm. 7 ton bij de C.C.B. had uitstaan. Waarde collega, ik houd U voor een wijs mens en stel er prijs op Uw mening over het bovenstaande te mogen verne men. Zelf ben ik de 65-jarige leeftijd gepasseerd, zodat het persoonlijk belang in deze voor mij van ondergeschikte be tekenis is. Toch meende ik het een en ander niet onbespro ken te mogen laten. Collega's, als we zulk een brief krijgen, juist in de dagen dat we uittreksels gaan componeren en de balanspartituur nog in zijn prilste stadium is, dan is het of wij ineens het juiste thema gevonden hebben, de vaste lijn in de composi tie; nu kunnen wij het geheel reeds overzien. Een geheel dat, als een geslaagde creatie winsten aanwijzend, ook de auteur de volle winst moet brengen. Wij hebben de brief van deze kassier met genoegen ge lezen en aanvankelijk dachten wij: deze brief kunnen wij wel wat langer maken, wij schrijven eenvoudig onze eigen be zwaren er maar bij en dan kan commentaar achterwege blijven. Maar onze collega noemde ons wijs en omdat wij althans proberen willen wijs te zijn, hebben we de zaak toch maar eens van alle kanten bekeken. Het is trouwens met die wijs heid zo gesteld, dat anderen het zonder aarzelen eigenwijs heid noemen. Natuurlijk vroegen we ditmaal aan de C.C.B. hoe zij over dit onderwerp dacht en of er geen bezwaar was om deze delicate kwestie zo maar in discussie te brengen. Wij zeiden erbij, dat wij er net zo over dachten als de kassier van Houthem. Er is, zei de C.C.B., geen enkele reden om dit probleem te ontwijken. Over de zaak zelf denken wij zus en zo, het geen hierop neerkomt dat een alleszins capabele commissie een maatstaf heeft uitgekiend welke nu eenmaal voor alle banken moet gelden, omdat het scheppen van uitzonderin gen uit den boze is. Het moet als logisch en organisatorisch juist worden beschouwd, wanneer de commissie dan een be paling opneemt die een rem legt op uitleningen buiten de landbouw.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 53