1946 3,8 1947 10,5 1948 15,8 1950 30,8 1951 41,8 1952 34,2 158,2 8838 banken als aan de Centrale Bank evenals aan de andere bedrijfs-coöperaties van boeren en tuinders grote eisen ge steld. De sterk verminderde koopkracht van de gulden heeft nu eenmaal meegebracht, dat een aansprakelijkheidsrege ling van weleer of dat reserves, die in vroegere jaren waren gevormd, evenredig met de daling van de koopkracht van de gulden in waarde en betekenis hebben ingeboet. Reeds uit dezen hoofde moeten de reserves worden versterkt, als mede omdat de bedrijfsomvang zo zeer is toegenomen. Spaargelden en creditsaldi in rekening-courant bij de boe renleenbanken zijn gestegen als nooit tevoren. Op het einde van het jaar 1939 beliepen zij bij alle aangesloten boeren leenbanken samen in totaal 132,4 millioen; per 31 Decem ber 1952 had het totaal van de spaargelden en van credit saldi in rekening-courant een bedrag van 660 millioen overschreden. In de na-oorlogse jaren zijn bij de boeren leenbanken bedragen opgenomen hetzij als credief in reke ning-courant of als voorschot waaraan men tevoren nog nooit gedacht heeft. Voor ieder der navolgende jaren volgen hier de bedragen, die in die jaren alleen als voorschot zijn ver' strekt: millioen rr ri 1949 21,3 n ii ii n Totaal millioen Tegenover het bij onze boerenleenbanken per ultimo 1939 uitstaande bedrag aan eigen uitzettingen ad 65 mil lioen stond per ultimo December 1952 een bedrag uit van rond 200 millioen. En bij de Centrale Bank is hef niet an ders. Beliep in voor-oorlogse jaren het debiteurensaldo bij de Centrale Bank een bedrag van 6 tot 8 millioen, in de na-oorlogse jaren is dit vertienvoudigd en beloopt het debifeurensaldo 60 tot 80 millioen. Eenieder die het wel en wee van de landbouwcredietorga-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 4