8874 en die sub. II. ongeveer 0,51. Er dien! echter rekening ge houden te worden met een extra valutaverlies van 4 dagen over deze 5.000,In totaal zijn de kosten (inclusief rentederving) voor verzending van dit bedrag via de Post cheque en Girodienst ongeveer 1,20 hoger dan bij ver zending per aangetekende brief. Bij 10.000,is dit ver schil reeds 2,75 en dit stijgt progressief. Slechts voor bedragen tot 1.000,zal het voorde liger blijken te zijn, deze aan het Postkantoor op de giro rekening der C.C.B. te storten, dan dergelijke, naar verhou ding kleine bedragen, per aangetekende zending op te sturen. Nog kan worden opgemerkt, dat het niet gewenst is om pasmunt en zilvergeld naar de C.C.B. op te zenden. Niet alleen omdat de verzendingskosten onevenredig hoog zul len worden, doch ook omdat dit onnodig werk betekent voor de kasafdeling der C.C.B. Aan het postkantoor bestaat prac- tisch altijd gelegenheid om pasmunt in muntbiljetten of bank papier om te wisselen. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kan men het bedrag van de pasmunt en/of zilvergeld storten op de giro-rekening van de C.C.B. Enige aanwijzingen inzake het verrichten van geldzendin gen aan de C.C.B.: 1. Vul formulier D volledig en nauwkeurig in; 2. Noteer op de copie van formulier D de nummers van de bankbiljetten van 1.000,indien ook deze medege- zonden worden; 3. Indien meer dan 5.000,ingesloten wordt, dient for mulier D in een afzonderlijke enveloppe aan de C.C.B. verzonden, en bij de geldzending een inhoudsspecificatie gevoegd te worden; 4. Zorg, dat de bank- en muntbiljetten altijd gekopt liggen, d.w.z., dat dezelfde kant van deze biljetten in de gehele bundel steeds boven ligt en in dezelfde richting; 5. Maak de volgende bundels: Bankbiljetten van 10,tot en met 1.000,in pak-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 44