8864
in veiligheid en politiek klimaat. Zo heett men op het ogen
blik in sommige landen met overbevolking te kampen, ter
wijl andere landen werkkrachten te kort komen. Een steeds
toenemende volksverhuizing is hiervan het gevolg, terwijl
daartussendoor nog ontelbare vluchtelingen uit de commu
nistische landen hun weg zoeken naar de vrije volkeren.
Deze hele volksbeweging noemt men migratie.
De migratie is emigratie of ontvluchting aan de kant van
het vertrek en immigratie in het land van aankomst.
Wanneer wij ons afvragen, wat de rechtspositie is van de
emigrant, dan moeten wij een tweeledig antwoord geven.
Op de eerste plaats kunnen wij ons afvragen welke rechten
en verplichtingen hij behoudt jegens zijn vaderland dat hij
gaat verlaten, terwijl wij daarna diezelfde vraag kunnen
stellen ten aanzien van het land dat hem als immigrant heeft
opgenomen.
A. De rechtspositie ten aanzien van Nederland.
Voor de Nederlandse wet is een emigrant een persoon die
zijn woonplaats in het buitenland heeft gevestigd. Hij is dus
geen ingezetene meer en niet langer gebonden door die
voorschriften, die enkel voor ingezetenen gelden, maar de
emigratie heeft zeker niet ten gevolge dat hij de Nederlandse
nationaliteit verliest. Een der belangrijkste gevolgen van het
behoud van de Nederlandse nationaliteit bestaat hierin, dat
de Nederlandse emigrant in den vreemde steeds een beroep
kan doen op de Nederlandse Regering, indien hij in moei
lijkheden zou geraken. De krachtige hulp, die Nederland in
de afgelopen jaren aan de Fazenda Ribeirao in Brazilië heeft
gegeven, is een welsprekend bewijs van het belang, dat aan
de Nederlandse nationaliteit wordt gehecht. Daartegenover
staat de mogelijkheid, dat de Nederlandse emigrant door zijn
vaderland voor militaire dienstplicht wordt opgeroepen. Men
kan er zeker van zijn dat deze verplichting alleen in geval
van oorlog zal worden geldend gemaakt. Gedurende de af
gelopen oorlog heeft ook op dit punt de ervaring geleerd,
dat de Nederlandse nationaliteit niet zonder betekenis is.
De gealliseere staten hebben in deze jaren ervoor gezorgd,
dat de Nederlandse Regering de oproepingen in militaire
dienst kon doen geschieden, voor zover althans de opgeroe-
penen in de betrokken staten verbleven.