8861
Aan de vraagzijde vond men in 1952 niet de Staat; inte
gendeel, de binnenlands gevestigde schuld daalde met
circa 350 millioen door de regelmatige aflossingen, door
inkoop ter beurze van 33j^°/o Nederland 1947 en door
terugname voor belastingbetaling; de lossingsbedragen en
de provenuen der ingekochte obligaties zochten groten
deels hun weg terug naar de beleggingsmarkt.
zoekend geld bij de Sociale- en Pensioenfondsen werkfe er
toe mede, dat alle aangeboden materiaal vlot werd opge
nomen.
Nu ook de particuliere sector aan de vraagzijde nauwe
lijks was vertegenwoordigd, konden de gemeenten erin sla
gen enorme bedragen voor lange termijn op te nemen en
hun vlottende schuld van bijna 1 milliard per begin 1952
om te zetten in een positief saldo van meer dan 100 mil
lioen per einde 1952. In de vorm van obligatieleningen trok
ken de lagere overheidsorganen tezamen met semi-over-
heidsbedrijven als de Electriciteitsmaatschappijen een bedrag
van ongeveer 770 millioen aan; in de vorm van onder
handse leningen werd ongeveer 500 millioen opgenomen.
Voor 1953 verwacht men algemeen voorshands een voort
zetting van het ruime aanbod van middelen. Vraag van de
zijde der gemeenten en andere lagere overheidsorganen zal
er zeker blijven, doch een emissie-activiteit zoals 1952 heeft
te zien gegeven behoort welhaast tot de onmogelijkheden,
nu de achterstand in de consolidatie der vlottende schuld
ruimschoots is ingehaald. Vraag uit de particuliere sector zou
slechts van betekenis kunnen worden, indien de onderne
mingen de practische vindingrijkheid kunnen opbrengen om
leenkapitaal te transformeren tot risicodragend kapitaal, zoals
daarin onlangs de Nederlandse Tankvaartrederij wist te slagen.
Met dat al heeft men echter ruime aanleiding voor de ver
wachting, dat binnen afzienbare tijd de Staat ter markt zal
verschijnen voor consolidatie van een deel der vlottende
schuld in langlopende leningen. Geruchten daarover zijn
reeds enige maanden oud.
Volgt hier nog hef gebruikelijke koers- en rendement
staatje per 9 Januari 1953:
33H°/o Nederland 1947
3% Nederland 1937
94 (3,76%)
9316/18 (3,47%)