8845 jaar, wanneer veel spaargelden voor de bedrijfsvoering wor den opgenomen, fot opneming van een flink crediet in staaf was gesteld. Wij kregen de indruk, dat de Credit-Union van de Nederlandse emigranten in niets was achtergesteld bij de Credit-Unions van de Canadezen. Wellicht het tegendeel. Men had veel respect voor de gezonde coöperatiegeest van de Nederlanders, die gunstig afsteekt bij het doorgaans sterk ingewortelde individualisme van de Canadezen (nog erger bij de Amerikanen) en voor het flink aanpakken in de vreem de, waarvan de hierachter afgebeelde foto's ook getuigen. Reeds in het eerste jaar van haar bestaan boekte de Credit- Union St. Wilibrord een bedrag aan inlagen van 247 duizend dollar. De terugvragingen beliepen 122 duizend dollar en er werd voor 122 duizend dollar voorschot verleend. Op het einde van Februari 1952 beliepen de spaarsaldi 71 duizend dollar, waarvan 58 duizend dollar als voorschot was uitge zet. Als regel zal men vinden, dat een goed functionnerende Credit-Union 75% of nog meer van haar deposito's heeft uitgezet in voorschotten aan de leden. Uit dien hoofde zou men kunnen vrezen voor liquiditeits-moeilijkheden. In dit verband mag men echter niet voorbij zien, dat de uitgeleen de voorschotten als regel geen langere looptijd hebben dan 1 jaar en als uitzondering worden uitgezet voor ten hoogste 3 jaar. Dit is in provinciale wet op de Credit-Unions geregeld. Wij hebben dan ook de overtuiging gekregen, dat de Cre dit-Union van de „Dutch Catholic Immigrants" (Nederlandse Katholieke Immigranten) te London, zoals zij officieel heet, een goede toekomst tegemoet gaat, mits op tijd voor een ervaren administratieve kracht wordt gezorgd en ook het statutair organisatie-leven (geregeld vergaderingen van Be stuur en Raad van Toezicht, geregeld Algemene Vergadering met verslag over de gang van zaken) goed wordt verzorgd. Daaraan schort het nog wel eens, hetgeen wel te verklaren valt, omdat de emigranten nu eenmaal druk bezig zijn met hun eigen zaken, waarvan de ontwikkeling uiteraard de volle aandacht vraagt. Hierin ligt een groot gevaar, dat wij ook in een ander verband tot slot nog willen bespreken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 11