8830 (Dit formulier heeft vrijwel dezelfde tekst en indeling als het vroegere formulier 30 C (Red.). Mocht U niet van plan zijn de opdrachten zelf te gaan uitvoeren, dan is de beste oplossing, volgens mijn korte ervaring op de boerenleenbank, een formulier in tweevoud om opdracht te geven aan de C.C.B., onderstaande posten over te maken. Bijgaand een model. (Dit formulier heeft vrij wel dezelfde tekst en indeling als het vroegere formulier C1 (Red.). Een aparte opdracht voor postgiro's en bankgiro's zou bevorderlijk zijn voor een goede werkverspreiding, b.v. door bedrukken met een kleurenband. Collega's, Uw redacteur heeft altijd een kleine voorsprong op U, doordat het hem vergund wordt achter de schermen te kijken. Zo stapte hij, na de ontvangst van Uw brieven, maar weer eens naar het Moederhuis in Eindhoven, met de vraag op de lippen: „Mag ik even achter de coulissen kijken?" De vraag werd gesteld en met een hartelijk: „Ja", beantwoord. Op die (Zaferdag)morgen lagen er van één bank bijna 200 opdrachten, zó uit de enveloppe gehaald. Dagelijks ko men er ettelijke duizenden binnen van de vele plaatselijke banken. En dan moeten we, om eerlijk te zijn, de voorrang geven aan hen, die deze duizenden opdrachten moeten verwer ken; en uit hun gezichtshoek het probleem het eerst benade ren. Zeg niet dat deze afdeling, met geschoold personeel dat routine en vaardigheid heeft, de zaak zelf maar moet zien op te lossen. Dan zou U een onrechtvaardigheid begaan. Uw redacteur zag het heel duidelijk: Eindhoven is niet het eindpunt, doch het beginpunt van deze aangelegenheid. Daar moet worden uitgekiend hoe de opdrachten eruit zien, als ze binnenkomen om in snel tempo te kunnen worden verwerkt. Zó moet de indeling van een opdrachtformulier zijn, om vergissingen en weglatingen te voorkomen en om te passen in een schema van werkverdeling en verdere ad ministratieve en boekhoudkundige regels. Als men hiermee klaar is, dan kan men gaan bekijken in hoeverre men tot een innige samenwerking kan komen met

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 40