8793
TAAK EN BETEKENIS VAN DE LANDBOUWCOÖPERATIE IN
ONZE TIJD.
Enige weken geleden nog heeft de geestelijk adviseur
van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond, de Z.E. Heer
Deken Bemelmans, sprekende voor de algemene vergadering
van de A.B.T.B. met kracht van overtuiging gesteld, dat de
standsorganisatie uit de aard van haar functie totalitair is en
moet zijn, d.w.z. dat zij haar belangenbehartiging heeft uit
te strekken tot het godsdienstige, zedelijke en stoffelijke.
Het is van groot belang, aldus Deken Bemelmans willen
we niet de gehele standsbeweging ontzenuwen om deze
totaliteit van zorgen en van belangen in het oog te houden.
En hij vervolgde: „in de vijftig vervlogen jaren heeft deze
grote gedachte op het uitgebreide gebied van land- en
tuinbouw rondom de standsorganisaties een kring van insti
tuten en vormen van samenwerking gebouwd of de bouw
daarvan in de hand gewerkt: alles in een zeker verband, en
met een zeker onderschikking bij de boerenbond. Dit achten
wij, aldus Deken Bemelmans in zijn grootse rede voor de
A.B.T.B., in de lijn van de opzet van de standsorganisaties
de meest gewenste toestand voor de gehele boeren- en
tuindersstand.
Ik zeide, met klem van overtuiging is deze gedachte nog
weer eens opnieuw uitgesproken in de jaarvergadering van
de A.B.T.B., zoals zij ook in 1916 uitdrukkelijk door het Ne
derlandse Episcopaat is geproclameerd. Met klem van over
tuiging zeide ik, want 4 argumenten werden nog eens stevig
erin gehamerd, die ik hier niet allen kan herhalen. Beperk
ik mij daarom als uitgangspunt van mijn korte inleiding tot
het vierde door Deken Bemelmans aangehaalde argument
voor de door hem beschreven ideale opbouw van de boe
renstandsorganisatie, nl. dat er een wisselwerking moet zijn
tussen de activiteit van een welvarende economische instel
ling en een welvarende standsorganisatie in beider belang.
Dit betekent, dat een standsorganisatie, die haar totalitair
karakter, d.w.z. haar alles omvattende belangenbehartiging
begrijpt, nauwelijks kan zonder de hulptroepen van welva
rende coöperaties en omgekeerd dat een doeltreffende coö-