8823 rentetarief, in 3 groepen gesplitst te worden en wel als volgt: Groep I renteproducten van 1-1 tot 22- 1 Groep II 22-1 1-8 Groep III 1-8 t/m 31-12 Dit kan het eenvoudigst geschieden door na de laatste pos ten vóór resp. 22-1 en 1-8 een streep te zetten in de debet- renteproducten-kolom en een tussentelling te plaatsen. Het totaal van deze 2 tussentellingen, vermeerderd met de tel ling tussen 1-8 en 31-12, moet het totaal van de debettelling van 1-1 t/m 31-12 uitmaken. Om de rentebedragen te verkrijgen dient het totaal der debet-renteproducten van Groep I vermenigvuldigd te wor den met 5/360 (de standvastige deler) is 1/72 (of te delen door 72), het totaal van Groep II met 4)^/360 is 1/80 (of te delen door 80) en het totaal van Groep III met 4/360 is 1/90 (of te delen door 90). De som van deze 3 uitkomsten vormt nu het totaalbedrag der in rekening te brengen debetrente. Met dit bedrag dient de betreffende rekening dan belast te worden. Het creditrentetarief is in deze gevallen meestal gefixeerd op Yi of 1%, zodat hier geen moeilijkheden zullen ontstaan. Indien ook dit variabel was, dient dezelfde werkmethode te worden toegepast, met dien verstande, dat de rentenummers, waarvoor gelijke rentepercentages golden, bij elkaar geno men behoren te worden en deze te vermenigvuldigen zijn met de standvastige deler rentepercentage t 360 j' Bij moeilijkheden in deze is het beter inlichtingen bij de Centrale Bank te vragen, dan een onjuiste opgave te doen. Dit laatste vermindert het vertrouwen in de Bank, terwijl juist bij de cliënt, op wiens rekening een dergelijk rentetarief wordt toegepast, het vertrouwen veelal nog verstevigd dient te worden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 33