8807
bedrijfstak b.v. door het teruglopen van de export in moei
lijkheden komt. Een vergelijking met de garanties, welke in
enige landen zoals Engeland aan de landbouw gegeven
worden, gaat alleen daarom al niet op, omdat de omstandig
heden en de mogelijkheden tot het verlenen van garanties
daar geheel anders zijn. Zo voert Engeland in het geheel
geen agrarische producten uit. Wel zal de Nederlandse
Overheid de landbouw niet zonder meer in de steek laten,
wanneer het met een aantal belangrijke agrarische producten
mis zou gaan. De Overheid immers heeft de plicht om elk
deel van de Nederlandse volksgemeenschap te helpen, wan
neer de sociaal-economische positie van deze bevolkings
groep zeer slecht zou worden, zeker als dit buiten de schuld
van deze groep geschiedt. Voor de industrie en de indus
trie-arbeiders kan de Overheid dit doen door beperking van
de invoer van bepaalde industrieproducten, door het laten
uitvoeren van openbare werken, door belastingverlaging,
enz. De landbouw kan nog met des te meer recht op over
heidshulp aanspraak maken, omdat de Regering in het alge
meen belang de prijzen van vele agrarische producten
en zo het inkomen van de boeren jarenlang heeft gedrukt
en dit, zij het in mindere mate, ook nu nog doet.
Minister Mansholt wees er in de Tweede Kamer op, dat de
beste zekerheid voor de landbouw gelegen is in zijn eigen
kracht; boer en tuinder moeten, daarbij in vele opzichten
geholpen door de Overheid, zorgen, dat bedrijf en bedrijfs
voering zoveel mogelijk in orde zijn. Als verdere mogelijk
heden tot versterking der positie van de landbouw zag de
Minister een marktordening door Overheid en Bedrijfsschap-
pen, een actieve agrarische industrie en handel, zowel door
middel van coöperaties als van particulieren, en een actieve
handelspolitiek. Wanneer aan onze agrarische export min
der belemmeringen in de weg gelegd zouden worden, zou
ongetwijfeld al een flinke stap gezet zijn op de weg naar
een grotere mate van bestaanszekerheid voor onze land- en
tuinbouw. Daarom moeten alle krachten ingespannen worden
teneinde te bereiken, dat spoedig een begin gemaakt wordt
met een landbouwintegratie in West-Europa, omdat daar
door een grotere stabiliteit voor onze boeren en tuinders
verwezenlijkt kan worden. Waarschijnlijk zal in Februari van
