8802
coöperatieve bedrijvigheid ondergebracht, zoals ook in ons
land gebruikelijk, in zelfstandige daarvoor ingerichte licha
men met een eigen verantwoordelijkheid op het stuk van de
beleidsbepaling, die hetzij bestuurlijk of langs andere weg
samenwerken met de standsorganisafie. Slechts zelden komt
men tegen, dat de coöperatie geheel los en afhankelijk
staat van de standsorganisatie. En zo is het ook in ons land.
Hoe verschillend ook de verhoudingen geregeld kunnen
zijn, bijna altijd toch is het zo, dat er een zekere band van
samenwerking bestaat tussen standsorganisafie en coöperatie.
En naar mijn mening moet het zo ook zijn. Wel komt hef
voor, dat van een zodanige band naar buiten niet blijkt,
maar meestal zal het bloed toch in een of andere richting
kruipen en zal zeker in ons land, dat zo sterk en gevarieerd
op basis van wereld- en levensbeschouwing is georgani
seerd, meestal toch wel enigerlei band, als is het dan maar
van geestelijke aard of van verwantschap van ideëen en
beginselen, bestaan tussen bepaalde organisaties en coö
peraties. Het is nu eenmaal zo in het leven, dat er nauwe
lijks maar alleen gewerkt wordt om de techniek of om de
aardigheid van het bedrijf, of om winst alleen. Gelukkig,
zeker ons volk is zo ingesteld, dat het werk, ook op stoffe
lijk gebied, algemeen wordt gezien in dienst van hogere
beginselen en idealen. Werken voor een ideaal, dat is wat
eigenlijk eenieder doet op zijn eigen bedrijf, waar het niet
alleen gaat om het product van de mooiste kwaliteit tegen de
beste prijs maar waar het gaat om de instandhouding en ont
wikkeling van zijn gezin. Zo is het ook in de samenwerking
van boeren en tuinders in de organisatie en coöperatie;
daar gaat het niet alleen om de techniek van die samenwer
king of uitsluitend om een zo effectief mogelijke bedrijfs
voering en zo groot mogelijke voordelen op stoffelijk ge
bied. Daarachter staat het hoger ideaal om de belangen
van zijn eigen stand, de boeren- en tuindersstand, in het
grote geheel van het Nederlandse volk, zodanig te bevor
deren, dat de beginselen, die ons als levens- en wereldbe
schouwing dierbaar zijn, in de praktijk des levens tot gel
ding kunnen worden gemaakt. Sinds de dagen van Schaep-
man, die aan de wieg stond van de arbeiders- van de boe
ren- en van de middenstandsorganisaties, zijn deze beginselen
in onze organisaties en coöperaties gegrift in de belangen-