8769 Boerenleenbank dan ook veroordeeld het bij haar uitstaande tegoed at te geven en uit te betalen aan de privé crediteur van de penningmeester. Het Hot overwoog hierbij, dat al had de penningmeester gelden bij de Boerenleenbank ge stort in hoedanigheid van beheerder van de gelden der (niet rechtspersoonlijkheid bezittende) vereniging, niettemin slechts de penningmeester persoonlijk daardoor een vorde ring op de Boerenleenbank had verkregen tot teruggave van die gelden, omdat de overeenkomst tussen de Bank en de penningmeester, ook al heett deze laatste de overeenkomst gesloten namens de vereniging, toch moet worden be schouwd als volgende de penningmeester persoonlijk en de vereniging zelt, die niet subject van rechten kan zijn, aan die overeenkomst tegenover de Bank generlei recht ot vordering kan ontlenen. Het wil ons voorkomen, dat strekking en inhoud van dit arrest duidelijk is, al kan nu juist niet gezegd worden, dat het rechtsgevoel erdoor bevredigd wordt. Zolang echter de wet op dit punt ongewijzigd blijft hebben wij deze consekwentie te aanvaarden, en behoort de praktijk daarop te worden afgestemd. De conclusie hiervan is, dat de kassiers onzer Boe renleenbanken hef beste doen verenigingen, die geen rechts persoonlijkheid bezitten, niet als rekeninghouders te accep teren. Mogelijke teleurstellingen bij de leden van een der gelijke vereniging en complicaties, welke voor de Boeren leenbanken zelve verre van aangenaam zijn, kunnen daar door worden voorkomen. Wil de secretaris of de penningmeester van zulk een ver eniging gelden bij de Boerenleenbank beleggen, laaf hij het dan op zijn eigen naam doen. De feitelijke toestand is dan tenminste in overeenstemming met de verhouding zoals deze juridisch ligt. Wij mogen deze beschouwing niet beëindigen alvorens nog even aandacht te schenken aan de vennootschap onder firma, die een zeer bijzondere plaats inneemt. Hoewel een dergelijke vennootschap geen rechtspersoonlijkheid bezit, heeft zij volgens de algemeen heersende opvatting, welke door de Hoge Raad is bevestigd, wel een afgescheiden ver mogen, dienende op de eerste plaats tot waarborg van haar eigen crediteuren. Eerst nadat al deze crediteuren zijn vol daan, komen de persoonlijke schuldeisers van de firmanten

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 15