8767
een rekening behoort dus steeds te luiden: R.K. Parochie van
tezonder meer.
II. Verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid.
Een vereniging heelt geen rechtspersoonlijkheid, indien
zij niet van regeringswege is erkend doordat hare statuten
niet zijn goedgekeurd, otwel indien de termijn waarvoor de
erkenning was verleend is verlopen zonder dat voor tijdige
verlenging van deze termijn is gezorgd. Zulk een verlenging
is in teite een statutenwijziging en wordt daarom niet van
kracht voordat de Koninklijke goedkeuring daarop is ver
kregen.
Ontbreekt de rechtspersoonlijkheid, dan vormt de vereni
ging geen zeltstandig rechtssubject en is door hare oprich
ting alleen een band ontstaan tussen de oprichters onderling.
De wet bepaalt, dat dergelijke verenigingen geen burgerlijke
handelingen kunnen aangaan. De overeenkomsten namens
haar gesloten en de goederen namens haar verkregen wor
den ten opzichte van derden beschouwd als volgende de
personen welke de overeenkomsten gesloten en de goede
ren aanvaard hebben, al is het ook, dat in de overeenkom
sten en titels de handelende personen slechts als gemachtig
den of beheerders der vereniging zijn aangewezen. Gevolg
hiervan is, dat het door de leden van een dergelijke vereni
ging bijeengebrachte vermogen geen vermogen van de ver
eniging wordt, doch hun gemeenschappelijk privé vermogen
blijft. Zulk een vereniging kan daarom ook niet in rechten
optreden. Worden ten hare name gelden bij de Boerenleen
bank ingelegd, dan ontstaat een vordering niet van de ver
eniging, van weiker leden de gelden afkomstig zijn, doch
van de persoon, die de inlage heeft gedaan hetgeen in
de regel wel de penningmeester zal zijn. Immers de namens
een dergelijke vereniging gesloten overeenkomsten volgen,
gelijk reeds hierboven werd opgemerkt, de persoon welke
de overeenkomst heeft gesloten. Dat dit in de praktijk tot
niet gewilde en uitermate onaangename consekwenfies lei
den kan, is zonder meer duidelijk. Komt b.v. de persoon, die
de gelden heeft ingelegd, te overlijden, dan komt de be
voegdheid om deze gelden te innen niet toe aan degene,
die hem als penningmeester is opgevolgd doch aan de erf-