8716 tevens aannemende dat de credietbehoeften gelijk waren gebleven, zouden de aan de coöperatieve agrarische cre- dietinstellingen in totaal toevertrouwde middelen, teneinde gelijke financieringsmogelijkheden te openen als in 1937 be stonden, op 31 December 1951 een bedrag van 4,1 milliard schilling hebben moeten belopen. Het is er echter verre van, dat onze landbouwcredietinsfellingen over deposito's tot dit bedrag beschikken. Het totaal der toevertrouwde middelen bedroeg op 31 December 1951 slechts 675 millioen schilling en betekende derhalve, nominaal gesproken, slechts een kleine overschrijding van het eind 1937 bereikte niveau. Wij begrijpen volkomen dat het, gezien de geweldige structuurveranderingen die in de loop van de laatste 15 jaren in de Oostenrijkse economie hebben plaats gegrepen, niet mogelijk is hetzelfde niveau van toevertrouwde middelen te bereiken en het is zelfs niet absoluut noodzakelijk dat dit wordt bereikt. Het gedeelte der bevolking, dat zijn hoofd beroep in de landbouw vindt, is in datzelfde tijdsverloop gedaald van 35°/o op 25%, bovendien is er een tekort van tenminste 120.000 landarbeiders, die voor de oorlog bijna uitsluitend werden aangetrokken uit die nabuurlanden, die nu achter het ijzeren gordijn liggen. Van een dringende nood zaak kan ook daarom niet worden gesproken, omdat ook de credietbehoeften het niveau van 1937 beslist niet meer zullen bereiken. Dit omdat talrijke maatregelen zijn genomen om tot een meer rationele bedrijfsvoering te geraken, welke ratio nalisatie gedeeltelijk wordt gefinancierd met behulp van uit het buitenland afkomstige fondsen, gedeeltelijk uit de in de landbouw gemaakte bedrijfswinsten en tenslotte uit de op brengst van een speciale slechts op de landbouw drukkende belasting. Na de oorlog hebben de landbouwcredietinsfellingen on middellijk en met succes zelf maatregelen genomen om de schaden van de oorlog en de na-oorlog te herstellen, terwijl zij zich vervolgens hebben geworpen op de vorming van nieuw eigen vermogen. Het op deze wijze gevormde nieuwe vermogen vertegenwoordigde op 30 Juni 1952, zon der rekening te houden met het volledig herstel van de oor logsschade, een bedrag van ongeveer 160 millioen schilling. Een prachtig bewijs voor het juiste economische inzicht van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 6