8714 clementie in. Op de eerste plaats is hij geen man van de wetenschap, maar reeds als aankomend student stond hij met beide benen in de dagelijkse practijk van het coöperatie- werk. Hen, die van hem theoretische gegevens of resultaten van wetenschappelijk onderzoek verwachten, moet hij teleur stellen. Op de tweede plaats gaat hij steeds uit van de Oos tenrijkse toestanden, omdat hij helaas de toestanden bij de coöperatieve credieforganisafies van de andere landen, die bij de CEA zijn aangesloten, slechts in grote lijnen kent. Met name de verhouding tussen de credieforganisafies en de ver schillende soorten van aan- en verkoopcoöperaties loopt in de verschillende landen zeer uiteen. Ook de opbouw van de coöperatieve credietinstellingen zelf geeft van land tot land grote verschillen te zien. Slechts in Duitsland en Oostenrijk loopt deze vanaf de aanvang van de ontwikkeling der landbouwcoöperatie parallel, doordat de kleinste eenheden, de plaatselijke banken, gegroepeerd zijn in een tussenorganisatie, de „Centrale Kassen" van de verschillende „Lander", die op hun beurt weer onderge schikt zijn aan de Centrale Bank, die het gehele land omvat. In Zwitserland ontbreken de „Centrale Kassen" als tussen schakel; de behoefte daaraan doet zich ongetwijfeld niet ge voelen dank zij de geringe uitgestrektheid van het land, zijn voorbeeldige eenheid en zijn voortreffelijke communicatie mogelijkheden. Er is in Zwitserland dus slechts één Centrale Bank. In verschillende staten, die bij de CEA zijn aangesloten, treft men in het geheel geen zelfstandige coöperatieve cre dietinstellingen aan, terwijl in weer andere staten de produc ten- en credietcoöperaties reeds bij de plaatselijke coöpera ties in één enkele vereniging, een soort alzijdige coöperatie, zijn ondergebracht. Tenslotte leiden de dikwijls zo totaal af wijkende structuur van de landbouw, de marktpositie, de lig ging en dergelijke factoren zelfs binnen kleine landen en ge bieden tot organisatorische mengvormen, die zeer goed kun nen voldoen, maar die zich moeilijk lenen voor het maken van vergelijkingen. Men mag echter wel aannemen dat in alle staten het probleem om de hoek komt, op welke wijze de coöperatieve crediet-organisatie kan worden aangepast aan de steeds verder gaande ontwikkeling van de landbouw en van de gehele landbouw-coöperatie. Men kan dan ook

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 4