8746
Van kassier tot kassier.
Altijd als we met het mysterie van de dood geconfronteerd
worden, ontvangen we een schok, feller nog als het een
overledene betreft, die onze genegenheid had.
Zo had wijlen de Heer Verbeeten de genegenheid van
talrijke mensen, met wie hij door zijn werk in contact kwam,
niet het minst degenen, die hij met zijn gaaf spreektalent wist
te bezielen voor het boerenleenbankwezen.
Wij zijn dankbaar, hem op deze plaats even te mogen
herdenken en wij weten dat vele oudere kassiers zich met
weemoed deze prachtmens zullen herinneren.
Nu hebben de engelen, met snelle wiekslag, hem omhoog
gevoerd, en zijn sonore stem juicht mede in Hun koor.
Het leven gaat verder en wij verdiepen ons weer in de
brieven die wij van verschillende zijden mochten ontvangen.
De kassier van Gulpen schrijft: In de maandelijkse Mede
delingen van Augustus 1952 nr. 388 lees ik onder de rubriek
„Van kassier tot kassier" het pleidooi van de kassier van
Kethel betreffende de halfjaarlijkse rentebetaling voor voor
schotten. Uit zijn schrijven maak ik op dat de omstandigheden
te zijnent heel anders zijn dan hier in het Zuiden, waardoor
de halfjaarlijkse rentebetaling aldaar niet alleen gerechtvaar
digd is, doch zelfs ten bate en tot gemak van voorschotne
mers kan werken.
In onze streken evenwel zou ik het willen afraden, om
reden het de voorschotnemer soms voor finantiële moeilijk
heden kan plaatsen. Immers hier zal de landbouwer in het
najaar over meer contanten beschikken, omdat dan de op
brengsten van fruit, graan en andere landbouwgewassen bin
nen komen.
In de maand Juni of Juli, in welke maand de halfjaarlijkse
rentebetalingen moeten plaats hebben is de toevloed van
contanten nog niet van dien aard, dat hem nog meer lasten
moeten worden opgelegd dan hij reeds tegen die tijd te dra
gen heeft, als b.v. de jaarlijkse aflossing van het voorschot.
Precies uit het oogpunt van de verdeling der lasten, is de
aflossing bepaald op 1 Juli, waardoor men fot een gelijke-
lijke verdeling van lasten komt, als: 15 Maart pachtbetaling,
