8731 De renteverlaging op de kapitaalmarkt, waar het voor korte termijn beschikbare geld wordt aangeboden, was voor velen een verrassende ontwikkeling. De renteverlaging op de geldmarkt kwam in twee opzienbarende gebeurtenissen tot uitdrukking; op de eerste plaats de verlaging van het promesse-disconto bij De Nederlandsche Bank met ander maal een half procent, waardoor dit weer werd gesteld op 3j40/°i zoals het promesse-disconto ook luidde ten tijde, dat de credietbeperkingsmaatregelen werden aangekon digd. Tegelijkertijd werd ook de rente verlaagd voor het jaar-schatkistpapier en wel tot de uitzonderlijk lage rente van 1%. Een en ander had betrekking op de geldmarkt verhoudingen; zij duidde op een grote geldruimte. Nu be hoeft zulks niet te betekenen, dat dan ook de kapitaal markt een overeenkomstige ruimte laat zien. Het is altijd heel wat anders of men middelen beschikbaar heeft voor belegging op korte termijn dan wel op lange termijn. Even wel was met name de ontwikkeling op de geldmarkt voor de aanbieders van kapitaalmarktmiddelen, zoals levensver zekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen, het teken, dat nu nog van een rentevoet op de kapitaalmarkt kon worden geprofiteerd, die allicht in een nabije toekomst niet meer zou kunnen worden gemaakt. Op de kapitaalmarkt had n.l. inmiddels het z.g. 434°/° rentetype voor leningen met een gemiddelde looptijd van tenminste 20 jaar zijn entree ge daan. Een gemiddelde looptijd van 20 jaar betekent hierbij een totale looptijd van 40 jaar met gelijkmatige aflossingen van 1/40 of een totale looptijd van 30 jaar, wanneer gedu rende de eerste 10 jaar geen aflossing plaats vindt en in de volgende 20 jaar de lening telkens met 1/20 wordt afgelost. Ook alsdan komt men precies tot een gemiddelde looptijd van 20 jaar. Nu ontwikkelde zich op de kapitaalmarkt, zoals onlangs in een financieël tijdschrift werd aangekondigd, een „levée en masse" van voor belegging op lange termijn beschikbare middelen en deze werden allen verwerkt, zoals ditzelfde financiële tijdschrift hef noemde, in de saaie eenheidsworst van de 30-jarige 4}4%) lening. Werden in de eerste helft van dit jaar 97 overheidsleningen geplaatst, al spoedig kon dit getal tot 260 worden opgevoerd, waarvan 110 leningen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 21