8726
vraag in hoeverre de uit de landbouwsector afkomstige be
sparingen worden aangewend tot dekking van de zich in die
sector voordoende credietbehoeften.
Staat irio. 2.
Hier worden tegenover elkaar gesteld:
besparingen uit de landbouwsector,
beleggingen in de landbouwsector.
Deze staat is opgemaakt naar de toestand op 31 December
1951.
Groepen van crediet» Besparingen uit Beleggingen in Overschot
instellingen de landbouw de landbouw aan inlagen
Coöp. Middenstands- en
arbeidersbanken
116.5
35.4
81.1
Handelsbanken
87.3
33.0
54.3
Spaarbanken
450.0
89.6
360.4
Hypotheekbanken
55.1
53.1
2.0
Postspaarbank
26.2
26.2
735.1
211.1
524.0
Boerenleenbanken
502.1
548.8
46.7
1.237.2
759.9
477.3
Hieruit blijkt dat slechts 28,5°/o van de uit de landbouw
voortkomende besparingen, die bij de niet-coöperatieve
bankinstellingen worden ingelegd, wederom in de vorm van
credieten aan de landbouw ten goede komen. Het overschot
aan inlagen dat de landbouw als geheel bij deze bankinstel
lingen heeft is ongeveer even groot als het tekort aan eigen
middelen voor de directe financiering van de landbouw, dat
zich bij de boerenleenbanken voordoet.
De weg naar verhoging der inlagen bij de boerenleenban
ken en naar verovering zij het ook maar gedeeltelijk
van hef overschot aan inlagen uit de landbouw bij de overige
banken is ongetwijfeld lastig en moeizaam en zal veel tijd
vergen. Of deze weg mef succes zal kunnen worden begaan
is bovendien afhankelijk van omstandigheden waarvan de