8725
Volgens staat no. 1 komt slechts ongeveer 51% van het
totaal van de beleggingen der boerenleenbanken direct aan
de landbouw ten goede. Dit deel moet echter worden ver
hoogd met die credieten, die onder een ander bestedings
doel zijn opgenomen en b.v. betrekking hebben op de finan-
ciering van de coöperatieve suiker- en stijfselindustrie en op
de financiering van de zeer talrijke ambachten en winkelbe
drijven, die door de landbouwers naast hun hoofdberoep in
de landbouw als nevenbedrijf worden uitgeoefend. Onder de
credieten, bestemd voor de bouw en het onderhoud van wo
ningen zijn dikwijls ook uitleningen begrepen aan kinderen,
die, na een ander beroep te hebben gekozen, de boerderij
verlaten om een eigen gezin te stichten. Onder de credieten
aan publiekrechtelijke lichamen zijn er heel wat, die aan
waterschappen zijn verleend. De uitleningen aan andere
bankinstellingen komen uitsluitend aan de landbouw ten goe
de, hetzij door directe financiering hetzij ten behoeve van de
gemeenschappelijke coöperatieve afzet van landbouwpro
ducten. Hierdoor wordt het percentage van het aandeel der
landbouw in het totaal der boerenleenbanken met 30,8%
verhoogd en zo gebracht op totaal 81,8%.
Daartegenover beleggen de andere groepen van crediet-
instellingen slechts de volgende percentages van hun totaal
aan uitleningen in de landbouw:
Coöperatieve Middenstands- en Arbeidersbanken 6
Handelsbanken 0,25%
Spaarbanken 5,5
Hypotheekbanken 8
De indirecte aan de landbouw ten goede komende uitle
ningen van deze groepen hebben gedeeltelijk betrekking
op de be- en verwerking van- en de handel in landbouw
producten door industrie en handel. Zelfs wanneer wij een
royale schatting maken en deze indirecte financiering per jaar
gemiddeld op hetzelfde bedrag der directe financiering stel
len, dan komt aan de landbouw nog slechts ongeveer 10%
van het totale credief-volume ten goede, en dit terwijl de
landbouwers 25% van de bevolking uitmaken en ongeveer
18% van de nationale productie voortbrengen. Even interes
sant en leerzaam is hef resultaat van een onderzoek over de