1
8724
2) Voor de financiering van de producfen-coöperafies zijn
wij uitsluitend aangewezen op onze eigen credietinstel-
lingen en wel op de eerste plaats op de netto-besparin
gen bij onze boerenleenbanken. Het staat daarom met
economische zelfmoord gelijk wanneer de boer zijn kas-
of spaargeld aan andere banken toevertrouwd. Tot bewijs
dezer stelling de volgende staaf:
Staat 1.
Indeling van het totale credietvolume naar:
a) groepen van credietinstellingen
b) bestedingssectoren.
Deze staat is opgemaakt naar de toestand op 31 Dec. 1951.
J4
C
u e
■jj-u
c
c
c
J4
■O
s
c
C
jb
Totaal aan
Groepen van
c
"O
■jj
Uitleningen
credietinstellingen
"c
•O
S
ja
2
0..0
c
C.
0
04
0
M
X
.O D.
Bestedingssector
in millio
en schilling
landbouw
548.8
35.4
33
89.6
53.1
759.9
5
mijnen en indust.
126.9
57.9
8.078.2
140.3
66
8.469.8
55.75
ambacht
97.9
161.4
328.6
253.1
48.5
889.5
5.75
handel en verkeer
90.
144.9
2.359.8
263.9
17.1
2.875.7
18.75
bouw en onderh.
van woningen
24.8
9.7
44.3
230.5
84.3
393.6
2.75
publiekrechtelijke
lichamen
11.3
4.2
80.9
267.2
288.8
652.4
4.25
overige belegg.
38.6
121.9
205.3
285.3
111.9
763
5
938.3
535.4
11.130.1
1.530.4
669.7
14.803.9
97.25
onderlinge ctc>
dieten der bkn.
131.7
60.3
146.3
45.7
2.5
386.5
3.75
totaal crediet»
volume
1.070.
595.7
11.276.4
1.576.1
672.2
15.190.4
100
AF
opbouwcredieten
(Marshallgelden)
mijnen en indust.
—.5
4.056.5
6.4
4.063.4
ambacht
—.7
4.9
5.4
11—
zuiver crediet»
volume
1.070.
594.5
7.215.—
1.564.3
672.2
11.116