8723
en goed voorbeeld, zwijgzaamheid, hulpvaardigheid en hof
felijkheid, in één woord vertrouwenswekkende karakter
eigenschappen en voldoende, door voortgezet onderwijs
ontwikkelde, vakkennis zijn onmisbare eigenschappen.
Tenslotte wil ik nog op de mogelijkheid wijzen van maat
regelen betreffende de propaganda. De propaganda zal
slechts dan haar doel bereiken, wanneer zij werkelijk en over
tuigend op de zaak ingaat en waneer het gelukt juist in dit
opzicht onmiddellijk de kern aan te geven, zodat zij de reeds
vermelde natuurlijke drang, om door sparen iets te bereiken,
op de juiste wijze stimuleert. Wij zijn, om slechts een voor
beeld te noemen, in Oostenrijk gestart met een actie voor
cadeau-spaarboekjes. De boerenleenbanken deponeren bij
de plaatselijke kerk- en schoolbesturen jaarlijks een aantal
spaarboekjes, waarop door hen reeds een klein bedrag is
ingelegd en die in het ene geval bij doopsel en vormsel ten
geschenke kunnen worden gegeven, terwijl zij in het andere
geval op de prijsuitdeling aan de beste leerlingen van het
jaar uitgereikt kunnen worden. De geestelijkheid en de
schoolbesturen zijn enthousiast over de resultaten. De leraren
zeggen daarbij bovendien dat door deze actie onder de leer
lingen een ware wedstrijd in studie-ijver is ontstaan.
Onze voorlichting en propaganda moeten steeds uitgaan
van het feit dat de landbouwcoöperatie op enkele uitzonde
ringen na vanaf het begin nimmer enige noemenswaardige
steun van de Overheid heeft gehad, maar dat alles wat tot
stand werd gebracht voortkomt uit de eigen kracht van het
boerenvolk.
Het vernuft en saamhorigheidsgevoel van dit boerenvolk
en ook zijn offervaardigheid hebben in betrekkelijk korte
tijd ideële en materiële waarden geschapen, die uit de mo
derne landbouw niet meer weggedacht kunnen worden en
die het enige werkelijk betrouwbare fundament vormen voor
zijn bestaanszekerheid. En ook het volgende moet steeds op
nieuw aan de hand van duidelijke cijfers aan de boeren dui
delijk gemaakt worden:
1) De boerenleenbanken en hun organisatie vormen de
ruggegraat van de boerenstand en van alle landbouw
coöperaties.