8695
zijde tijdens het Congres werd verspreid. Hierin werd een
aanval gedaan op de Nederlandse Minister van Landbouw,
wiens voorstellen inzake een geleidelijke verwerkelijking
van een Europese agrarische unie werden voorgesteld als
supra-nationaal centralisme, commando-economie, terwijl
zij voorts werden vergeleken met de voormalige koloniale
regering" van Holland. Ondergetekende mocht opmerken,
dat wie enigszins de geschiedenis kende, waarin Nederland
niet alleen steeds aan de zijde van de vrijheid had gestaan
maar ook daarvoor had gevochten, overtuigd kon wezen
van de democratische structuur en inhoud van de Neder
landse voorstellen, waarin het niet gaat over regeren en
geregeerd worden, maar over een gezamenlijke bepaling
van de spelregels, waardoor in het internationale handels
verkeer een zo groot mogelijke stabiliteit van prijzen en
afzetmarkten ten bate van uitvoer- en van invoerlanden zou
kunnen worden verzekerd.
De dictatoriale spoken, die van Zwitserse zijde werden
bespeurd, konden door ondergetekende resoluut achter het
ijzeren gordijn worden verwezen.
Nederland in de subcommissies.
In de verschillende subcommissies had Nederland zich
niet onbetuigd gelaten. In de lle subcommissie werd het
ontwerp van de ruilverkaveling ingeleid door Dr. Korte van
de Cultuurtechnische Dienst van Utrecht. Prof. Dr. Frietema
behandelde op overtuigende wijze in de llle subcommissie
de taak van de landbouw-coöperaties op het gebied van de
verbetering van de kwaliteit en de bevordering van de
afzet van landbouwproducten. In de IVe subcommissie kwam
geheel spontaan een Nederlandse vrouwelijke afgevaardig
de aan het woord. Door Dr. Stapert, Inspecteur van de Volks
gezondheid te Roermond, was een rapport ingediend over
het gezondheidswezen ten plattelande. Bij zijn afwezigheid
werd dit met bijzonder groot succes verdedigd door Me
vrouw van Nispen tot Sevenaer-Ruys de Berenbrouck, die
in het Frans en Duits zonder hulp van een tolk een toelich
ting gaf en de sprekers van antwoord diende. Een eclatant
Nederlands vlagvertoon, waarmede grote eer werd ingelegd.
In de Ve subcommissie hield Ir. de Fremery een inleiding