8693 van het nauw daarmede verbonden eigendomsrecht op grond en hoeve. Betekenend voor deze inleiding was, dat vooral vrije ontwikkelingsmogelijkheid werd gevraagd voor de boeren-ondernemer op zijn eigen bedrijf. Op de be tekenis hiervan was tevoren in de algemene vergadering van het Congres ook reeds gewezen door de Nederlander Knotnerus, Voorzitter van het Kon. Nederlands Landbouw- Comité, naar aanleiding van de behandeling van ontwerp- grondbeginselen en richtlijnen voor de verdere werkzaam heden van het Europese landbouwcongres, die ter verdere uitwerking aan het bestuur van het Congres werden door gegeven. Wel werd van Oostenrijkse en Zwitserse zijde aangedron gen op concrete maatregelen van overheidswege ter be vordering van het zelfstandig familiebedrijf. Door de voor zitter van de Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuinders- bond, de Heer Kampschöer, werd adhaesie betuigd met het Franse standpunt om in de eerste plaats in de vrije ontwik kelingsmogelijkheid van het eigen bedrijf en van de land bouworganisaties en -instellingen heil te zoeken. De middengroepen in het debat. Op het voetspoor van de Fransman Noilhan, die in de eerste subcommissie had gerapporteerd over de werkelijke structuur van de moderne economie, waarin werd betoogd, dat in afwijking van wat door kapitalisten en marxisten werd geleerd, de activiteit van het moderne bedrijfsleven nog altijd voor het grootste deel zich afspeelt in de vorm van éénpersoons- of familiebedrijven, werd het eerste deel van het congres een oproep tot bescherming van de ontwikke lingsmogelijkheden van de middengroepen, die dreigen ten onder te gaan in een maatschappijbeleving, die alleen met arbeidersmassa's eln grootbedrijven rekening houdt. Hier werd het bestaansrecht verdedigd van de „derde sector" van boeren, ambachtswerklieden, kleine industriëlen, enz. naast het grootbedrijf. Bij deze oproep, die doordrong in de resolutie, die naar aanleiding van het rapport Corbin de Mangoux door de Algemene Vergadering werd aangeno men, kon de Voorzitter van de K.N.B.T.B. zich geheel aan sluiten en verzocht in zijn toespraak tot de Algemene Ver-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 3