8656
naar de directie van de Eastern States Mills stelt, op de meest
economische wijze het veevoeder bij de boeren thuis be
zorgd. De atlevering kost aan de centrale coöperatie, behalve
de spoorvracht, 2,70 per ton, die aan de plaatselijke ver
tegenwoordiger als provisie wordt uitgekeerd. De boeren
kunnen het veevoer slechts meenemen tegen contante beta
ling; crediet wordt niet verleend. Als regel beschikt de agent
niet over opslagruimte. Althans door de centrale coöperatie
wordt hierin niet voorzien. Indien in een enkel geval toch
een z.g. „warehouse" aanwezig is, is het een persoonlijke
exploitatie van de plaatselijke agent, waarmede de centrale
coöperatie niets te maken heeft. M.a.w. de plaatselijke agent
moet zelf maar zien, dat hij deze opslagruimte rendabel
maakt.
Het zal ongetwijfeld interessant zijn nog meer over deze,
wellicht in haar soort, unieke coöperatieve aan- en verkoop
organisatie, die wordt beheerd door een bestuur van 60 man
en een dagelijks bestuur van 13 man, te vernemen. Hiervoor
moet echter worden verwezen naar het rapport van de Com
missie, dat straks ongetwijfeld, met name op dit punt, de be
langstelling van velen zal genieten.
Wat betreft de inschakeling van plaatselijke coöperaties
neemt de organisatie van de G.L.F. Mills een tussenstandpunt
in. Ook hier heeft men te doen met een aan- en verkoop
coöperatie van het gecentraliseerde type, waarbij de boeren
rechtstreeks lid zijn van de centrale organisatie. Ook hier
vindt aflevering plaats door tussenkomst van z.g. „kopers
agenten". Daarnaast werkt de aan- en verkooporganisatie
van de G.L.F. Mills ook met plaatselijke afdelingen z.g. ser
vice-stores, die als afzonderlijke coöperatieve eenheden wer
ken. Evenwel betreft het hier plaatselijke coöperaties van een
bijzondere makelij. Het zijn plaatselijke coöperaties op aan
delen, waarbij de gewone aandelen in handen zijn van de
centrale organisatie. Het aandeelhouderschap en het lid
maatschap zijn niet in één persoon verenigd. Lid van de coö
peratie zijn volgens de wet van de desbetreffende Staat zij,
die gedurende een jaar voor tenminste 100,door tussen
komst van de plaatselijke coöperatie hebben afgenomen. In
de verkooppolitiek van deze centrale aan- en verkoop-