8679 houdende, kunnen het eenvoudigst in een speciale ordner bewaard blijven. Het etfectenregister in combinatie met deze speciale ordner geett dan een compleet overzicht van de mutaties, zowel in het eigen eftectenbezit als in het eftectenbezit van cliënten, dat in bewaargeving A, B of C gedeponeerd werd. Buiten deze „losse" stukken kennen wij nog de volgende kas- en overboekingsbescheiden: Kwitanties in boekjes: Op de rugzijde en op de voorkaft dienen de datum en het dagboeknummer van de eerste en laatste kwitantie vermeld te worden. Daar de kwitanties in nummervolgorde gebruikt worden, wordt automatisch een chronologische volgorde ver kregen. Deze boekjes worden in volgorde van gebruik be waard. Opgemerkt kan nog worden, dat door de oprichting van de Stichting Spaarbank ongezegelde kwitanties, m.u.v. de form. S 10-11, practisch buiten gebruik zijn geraakt. Het ver dient aanbeveling in voorkomende gevallen, b.v. salarisbe taling, een losse kwitantie te gebruiken en die op te bergen in de ordner der „losse" stukken. Cheques in boekjes. Hiermede dient gehandeld te worden als met de kwitantie boekjes. Ook hier dus vermelding van datum en dagboek nummer van de eerste en laatste cheque, zowel op de voor- kaft als op de rugzijde. Eveneens op te bergen in volgorde van gebruik. Spaar- en Depositoboekjes. Ook de spaar- en depositoboekjes, waarop een slofuitbe- taling heeft plaatsgevonden, behoren, voor zover betrekking hebbende op het lopende en het afgelopen jaar, in volgorde der data, waarop de slofuitbetaling heeft plaatsgevonden, opgeborgen te worden. De oudere spaar- of depositoboek jes worden in volgorde van de contrólenummers in het ar chief bewaard.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 29