8667
Moei een eventuele pachtverhoging worden afgeroomd!
De Commissie-Vondeling welke speciaal met de bestude
ring van deze vraag belast is geweest, heeft deze vraag niet
beantwoord. Zij kon deze vraag ook moeilijk beantwoorden,
omdat dit in wezen geen wetenschappelijk probleem is maar
een bij uitstek politieke vraag. De Commissie heeft zich ertoe
bepaald de argumenten pro en contra te noemen, welke res
pectievelijk van socialistische en van niet-socialistische zijde
worden aangevoerd.
Het is niet mogelijk, binnen het bestek van dit artikel, uit
voerig op de verschillende argumenten in te gaan. De argu
menten vóór afroming van de netto-pachfstijging worden in
het algemeen zwak geacht, terwijl talrijke argumenten tegen
een afroming naar voren worden gebracht, waarvan de be
langrijkste zijn:
1. Volgens het geldend recht heeft de eigenaar van een
zaak recht op alle vruchten daarvan.
Een verhoging van de pachtprijs komt dan ook automa
tisch ten goede aan de verpachter. Wanneer de Overheid
meent het meerdere inkomen dat ontstaat bij een verho
ging van de pacht geheel of ten dele tot zich te moeten
trekken, dan is dat in strijd met het geldend recht. Alleen
om zeer gewichtige redenen dient het geldend recht te
worden gewijzigd;
2. Een afroming van de inkomenstoename uit grond bete
kent in feite, dat de grondeigendom economisch hetzelfde
karakter krijgt als een obligatie, n.l. een recht om een
vast bedrag in guldens daarvan te trekken. Het afromen
door de Overheid betekent een belangrijke stap in de
richting van socialisatie van de landbouwgrond;
3. Als gevolg van het geheel van Overheidsmaatregelen op
het gebied van de landbouw ligt het netto-inkomen uit
grond-eigendom thans vrijwel nergens hoger en in de
meeste gevallen zelfs belangrijk lager dan vóór de oor
log hef geval was.
Over dezelfde periode is de waarde van het geld tof on
geveer 40% van de vooroorlogse gedaald. Dit betekent,
dat het reële inkomen van de grondeigenaar thans slechts
een fractie bedraagt van vóór de oorlog. Gezien in dit
licht is het, met het oog op de positie van de grondeige-