8663
Op dit voorstel van de heer Doens werd door de Voorzit
ter toegezegd, dat hij het Bestuur in overweging zou geven
zich over de benoeming van een commissie van deskundigen
te beraden.
LANDBOUW-ECONOMISCH NIEUWS.
Het pachtvraagstuk.
Het vraagstuk van een verantwoorde pachtprijsbepaling
voor landbouwgronden staat de laatste weken in het mid
delpunt van de belangstelling.
Van de in October 1948 door de Minister van Landbouw
ingestelde Commissie-Vondeling, welke belast is geweest
met de bestudering van het met de pachtvorming samenhan
gende vraagstuk van een bodem-egalisatiefonds, verscheen
dezer dagen een uitvoerig rapport. Ongeveer gelijktijdig
met het verschijnen van dit rapport gaf één van de leden
dezer Commissie n.l. Prof. Dr. J. Horring, Directeur van het
Landbouw-Economisch Instituut en Voorzitter van de S.E.R.-
Commissie ter bestudering van het pachtvraagstuk, op de
landbouwweek te Wageningen een uiteenzetting van zijn
visie op deze zaak.
De discussies rond het vraagstuk van de pachten concen
treren zich voornamelijk op twee punten.
Het eerste punt betreft de wijze, waarop een economisch
verantwoord stelsel van pachtprijzen voor de verschillende
grondsoorten tot stand kan worden gebracht.
Het tweede punt gaat over de vraag of, indien, tengevolge
van een juistere pachtprijsbepaling, de pacht voor de betere
gronden aanmerkelijk zou moeten worden verhoogd, dit
meerdere inkomen aan de eigenaar van de grond mag toe
vallen of wel aan de gemeenschap ten goede behoort te
komen.
Het eerste vraagstuk, hoe in ons land gezonde pachtver-
houdingen tot stand kunnen worden gebracht, heeft een eco
nomisch wetenschappelijke strekking.
Het tweede vraagstuk of een pachfverhoging geheel of
gedeeltelijk door de Overheid moet worden afgeroomd
draagt een zuiver politiek karakter.