8646
geerd mef een zeer uitvoerige uiteenzetting over de geme
chaniseerde boekhouding. Nu heeft hij, wat eigenlijk niet in
onze bedoeling lag, een vrijwel technische uiteenzetting ge
geven en voor hen, die de methode niet van nabij hebben
gezien, is zulk een opsomming van handelingen niet inte
ressant.
Bovendien, onze collega van Poeldijk zal dit volledig be
grijpen, hebben wij liever een technische beschrijving van de
hand van de mensen, die met de invoering der mechanisatie
bij de banken zijn belast. Wij weten bij voorbaat, dat onze
collega wel zo ruim van opvatting is, dat hij dit standpunt
kan waarderen.
Er rest ons dus, uit het schrijven over te nemen de niet-
technische passages, welke hier volgen:
Poeldijk schrijft: Uit de brieven van verschillende col
lega's zou men bijna het idee krijgen, dat de heren me
nen, dat er in Poeldijk nog kabouters bestaan, die het
werk van de kassier 's nachts overnemen; niets is echter
minder waar.
Het feit, dat wij zo vroeg klaar kunnen zijn, heeft drie
oorzaken en wel: eerst en vooral de mechanisatie der
bank, vervolgens het zich geheel geven van het perso
neel (als het personeel vooral op het laatst van het jaar
niet geheel meeleeft en zoals de kassier-redacteur zeer
terecht schrijft niet vervuld is van een gezonde eerzucht,
progressiviteit en arbeidslust, dan kunnen deze resultaten
zeker niet bereikt worden) en ten derde het zeer vroeg
tijdig verstrekken van gegevens door de C.C.B.
(Hier volgt dan een overzicht van de werkzaamheden.
Red.).
Gaarne wil ik nog mijn visie geven op het bericht in
de M.M. No. 383: „Balans 31 December 1951". Vervol
gens mijn mening is het niet de bedoeling van de C.C.B.
geweest om Poeldijk nu eens op de voorgrond te laten
treden, maar zat de idee voor om die kassiers een aan
sporing te geven, die laat hun balans inzenden en de an
deren een prikkel te geven tot intenser werken. En als ik
de brieven bekijk, is de C.C.B. hierin wonderwel geslaagd,
want bij allen komt de wil naar voren om ook in Januari
klaar te zijn.