8633 gedeelfe van het gepachte toewijst, dan kan hij daarbij tevens de pachtprestatie voor het overige verminderen. C. Dood van een der partijen. a. De pachtovereenkomst gaat door de dood van de ver pachter ot pachter niet van rechtswege teniet. Dit is dui delijk. Uit de pachtovereenkomst toch vloeien vermogens rechten voort, die bij het overlijden van de gerechtigde op diens rechtverkrijgenden overgaan. b. Komt echter de pachter te overlijden, dan kan zijn we duwe ot diegene van de erfgenamen, welke er het meest belang bij heeft, binnen vier maanden na de dood van de pachter een vordering bij de pachtrechter indienen ten einde: 1een of meer hunner in de plaats van de overleden pachter te doen treden en de overigen te ontslaan, ofwel 2. de pachtovereenkomst te ontbinden. c. Ook de verpachter zelf kan binnen vier maanden nadat hij van de dood van de pachter kennis kreeg, een vorde ring tot ontbinding van de pachtovereenkomst instellen. Hij heeft echter niet het recht te verlangen, dat een of meer erfgenamen in de plaats van de overleden pachter worden gesteld. d. De pachtrechter beslist op de desbetreffende vordering met inachtneming van de omstandigheden. Wanneer een of meer bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of de weduwe bereid en in staat zijn het bedrijf voort te zetten, zal de rechter deze in de plaats van de overleden pachter stellen. De overige erfgenamen hebben dan in het ver volg met de pachtovereenkomst niets meer te maken. e. Besluit de rechter tot ontbinding, dan bepaalt hij tevens de dag, waarop de ontbinding ingaat. Ook kan hij daarbij aan de wederpartij naar billijkheid een vergoeding toe kennen. D. Tenietgaan van hef gepachte. Indien het gepachte geheel vergaat of het gebruik en ge not van het gepachte voor de pachter onmogelijk wordt, ein digt de pachtovereenkomst.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1952 | | pagina 47