8631
al strijdt dit met het belang van de pachter afwij
zen, indien:
1. blijkt, dat de bedrijfsvoering van de pachter niet
is geweest zoals het een goede pachter betaamt;
2. het optreden van de pachter jegens de verpachter
in de afgelopen pachtperiode aanleiding heeft ge
geven tot gegronde klachten;
3. de verpachter het verpachte wil bestemmen voor
volkshuisvesting, woningbouw, handel of nijver
heid of andere niet tot de landbouw betrekkelijke
doeleinden en het algemeen belang deze bestem
ming vordert;
4. de verpachter of een van diens bloed- of aanver
wanten in de rechte nederdalende linie het ge
pachte persoonlijk in gebruik wil nemen, tenzij
aan de pachter door het verlies van het gepachte
de grondslag van zijn maatschappelijk bestaan zou
worden ontnomen en het persoonlijk gebruik van
het verpachte door de verpachter zelf of door
diens bloed- of aanverwanten niet van overwegen
de betekenis is. Het begrip „maatschappelijk be
staan" omvat meer dan minimum bestaan. Van
verlies van het maatschappelijk bestaan kan der
halve ook sprake zijn wanneer de pachter na het
verlies van het gepachte nog een inkomen over
houdt. Is de verpachter een rechtspersoon dan
mag een verzoek om verlenging niet worden af
gewezen op grond van voorgenomen eigen ge
bruik van het gepachte door de verpachter.
Indien de pachtrechter het verzoek om verlenging
toewijst, stelt hij tevens de duur, voor welke de ver
lenging zal gelden, vast. De pachtrechter zal zich
hierbij, voor zoveel mogelijk, laten leiden door het
voorschrift, dat de duur van een pachtovereenkomst
betreffende een hoeve tenminste twaalf jaren en be
treffende los land tenminste zes jaren bedraagt. Voor
zoveel mogelijk, dus op grond van de bijzondere
omstandigheden van het geval kan ook tot verlenging
voor kortere duur worden besloten.
Ingeval van verlenging blijven, behoudens het hierna